Skip to main content

Artikel uit magazine De Reiziger

Dit artikel verscheen eerder in ons blad De Reiziger. Vaker achtergronden lezen? Word dan lid van Rover. Je draagt dan bij aan onze inzet voor beter openbaar vervoer en je ontvangt ons blad 4 keer per jaar.


Achtergrond

Wanneer kunnen we eindelijk eenvoudig internationaal boeken?

Iedere zomer lopen reizigers er weer tegenop: hoe ingewikkeld het is om een internationale treinreis te boeken. Dit kan natuurlijk simpeler. Maar hoe lang moeten we daar nog op wachten?

Editie 3, 2024  |  Freek Bos

Nieuw treinboekingssysteem: niet te veel macht voor de nationale spoorwegmaatschappijen!
Foto: Martin Oudenaarden

 

Binnen Nederland kan het al aardig ingewikkeld zijn om verbeteringen voor de reiziger af te dwingen; op Europees niveau is het nog veel complexer. Rover is één van de oprichters van de European Passengers’ Federation (EPF): de overkoepelende organisatie waar de Europese broertjes en zusjes van Rover in zijn verenigd. Aan de EPF de moeilijke taak om het reizigersbelang in Europa te vertegenwoordigen.

Nationale belangen

Net na de Europese verkiezingen staat de nieuwe Europese Commissie ongetwijfeld te trappelen om van alles te gaan doen, maar wat kunnen zij doen voor de reiziger? De Europese Commissie kan voorstellen doen, waar het Parlement ook een positie in neemt, maar veel wordt uiteindelijk besloten in de Raad van Ministers die gevormd wordt door de lidstaten. En die lidstaten denken vooral aan het eigen belang.

De vervoerbedrijven spelen een belangrijke rol. Zij zouden er vrijwillig voor kunnen kiezen om samen het boeken van een doorgaande reis eenvoudiger te maken. De grootste vervoerders zoals de Franse, Duitse en Nederlandse spoorwegen werken samen in hun Europese koepelorganisatie CER. De CER wil dat eenvoudige boekingssysteem wel realiseren. In 2030, volgens hun ‘ticketing roadmap’. Maar daarmee zijn we er nog lang niet. Ten eerste is 2030 veel te laat; moet dit echt nog zes jaar duren? Ten tweede zijn niet alle vervoerders lid van deze CER. De grote (voormalige) staatsbedrijven die dat wel zijn, staan nou niet bekend als het meest reizigersvriendelijk. Nationale belangen worden vaak vooropgezet.

European Sleeper in Brussel-Zuid
Foto: Patrick Mol

 

Technische standaard

Om de zaak te bespoedigen is de Europese Commissie wetgeving gaan opstellen. Dit zorgt inmiddels voor flinke discussie tussen de partijen onder de Brusselse kaasstolp. Die discussie gaat opvallend genoeg niet over de reiziger, maar over het systeem.

De CER-leden ontwikkelden namelijk hun eigen technische systeem. Dit is nu standaard bij de grootste vervoerders van Europa, en daarmee vinden zij het uiteraard ook de beste keuze. De Europese Commissie wil echter haar eigen systeem, voornamelijk omdat het CER-systeem ondoorzichtig is en bijvoorbeeld lastig overweg kan met langzamere maar vooral ook goedkopere treinen zoals die van GoVolta (dat ook in Nederland wil gaan rijden). De discussie in Brussel gaat nu dus vooral over de techniek, terwijl die zich eigenlijk moet richten op wat we willen: een eenvoudig systeem dat ervoor zorgt dat wij als reizigers alle kaartjes kunnen kopen tegen de beste prijs. En daarvoor is nog wel meer nodig. Kijk bijvoorbeeld naar NS en de Belgische NMBS. Die gebruiken hetzelfde technische systeem, maar de NMBS verkoopt wel kaartjes van European Sleeper, terwijl dit bij NS International nog onmogelijk kan.

Kortom, Rover en de EPF zullen zich nog wel even moeten inzetten voor zo’n eenvoudig ticketsysteem. Wij weten wel wat we willen: een eerlijk en transparant reisadvies om vervolgens in één handeling de kaartjes voor al deze treinen te kunnen kopen. Hoe dat technisch opgelost wordt maakt ons reizigers niet uit, zolang we er maar geen last van hebben. Dat hebben we nu helaas wel. Dus vervoerders en Commissie: stop met discussiëren over de techniek en begin met uitvoeren wat de reiziger nodig heeft!