Achtergrond
Meer reismogelijkheden door open toegang?
Als je van Amsterdam naar Haarlem reist, kun je alleen voor NS kiezen. Maar tegenwoordig geldt voor ons spoor ‘open toegang’. Betekent dit dat we straks gaan kiezen tussen verschillende treinvervoerders, of zit het toch anders?
Editie 4, 2025 | Verena van der Hoek
Open toegang: Eurostar
Foto's: Martin Oudenaarden

Open toegang: European Sleeper
Tussen het ene station en het andere kunnen we meestal onze eigen route kiezen, maar over het algemeen zijn we aangewezen op één specifieke vervoerder. Toch was dat het niet altijd zo. Tussen Amsterdam en Haarlem reden in de jaren 90 de treinen van Lovers Rail als dappere concurrentie. Een lang leven was dit niet beschoren.
Vandaag de dag hangt ons spoor net aan elkaar van concessies: contracten waarin staat welke vervoerder op welk traject mag rijden. De grootste concessie, het hoofdrailnet, is in handen van NS. Sinds 2019 heeft Europese Unie alle lidstaten verplicht om open toegang toe te staan. Hierdoor mogen er ook reizigerstreinen zonder concessie over ons spoor rijden. Dus: mogen we straks toch weer kiezen met wie we van Amsterdam naar Haarlem reizen?
Hobbels op de weg
Dat is in dit voorbeeld niet heel waarschijnlijk. NS rijdt al in een hoge frequentie tussen Haarlem en Amsterdam. Wil je als reiziger voor een ander bedrijf kiezen, dan zouden die treinen nóg vaker moeten rijden of flink goedkoper moeten zijn. De vraag is of een ander treinbedrijf dit kan regelen op een manier dat er ook nog geld mee te verdienen valt. Zo ja, dan is er een belangrijke hobbel te nemen: er moet capaciteit op het spoor worden aangevraagd bij ProRail. En ProRail moet bij zo’n aanvraag voorrang geven aan de vervoerder met een concessie: NS. Voordat een vervoerder überhaupt capaciteit mag aanvragen is er echter nóg een hobbel te nemen: de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Deze moet oordelen dat de nieuwe vervoerder niet te veel impact heeft op NS, want ook hier krijgt de concessie voorrang. En op ons al zo volle spoor zijn de mogelijkheden beperkt.
Groningen
Dit merkte ook Arriva bij zijn poging om dit jaar een trein tussen Groningen en Zwolle te gaan rijden. Arriva kreeg slechts ruimte voor enkele ritten per dag, waarna de vervoerder de handdoek in de ring gooide. Tijdelijk, want met een nieuw plan werd voor 2026 het grootste deel van de ritten alsnog toegewezen. Daardoor kunnen reizigers tussen Groningen en Zwolle volgend jaar ook ieder uur in beide richtingen kiezen voor een Arriva-trein in plaats van een NS-trein.
Concessie: Arriva in Friesland

Concessie: NS op het hoofdrailnet
Internationale treinen
Er is dus nog wel wát ruimte op ons spoor, vooral voor nieuwe nachttreinen en internationale treinen. Zo rijdt Arriva sinds 2023 via open toegang nachttreinen tussen Groningen, Schiphol en Maastricht. Qbuzz heeft een aanvraag gedaan voor een nachttrein tussen Dordrecht en Utrecht; Keolis wil tussen Zwolle en Nijmegen een nachttrein gaan rijden. Ook internationaal rijden er al open toegang treinen: de Eurostars naar Londen en Parijs, maar ook de DB-treinen naar Frankfurt en Berlijn en de European Sleeper tussen Brussel, Amsterdam en Praag.
Lagere of hogere prijzen
Vervoerders die via open toegang rijden, dragen zelf de kosten voor het spoorgebruik en het materieel. Ze kunnen niet vragen om subsidie en rijden dus op eigen risico. En dat risico is best aanzienlijk, want ze krijgen telkens maar voor één jaar toestemming om te rijden, terwijl het jaren duurt om hun investeringen terug te verdienen.
Aan de andere kant hoeven de nieuwe vervoerders zich niet te houden aan de strenge regels die gelden voor bijvoorbeeld NS. Zo mogen zij zelf de prijzen van de kaartjes bepalen. Dat zien we bijvoorbeeld bij de Eurostar: de prijzen liggen hoog omdat de vraag hoog is. Of de IC naar Berlijn, waar NS als open toegang vervoerder een toeslag gaat vragen voor binnenlandse reizigers. Ook de betalingswijze kan afwijken: voor de Arriva-nachttreinen koop je een e-ticket via de Glimble app of 9292.
Extra drempels
Het reizen met open toegang treinen werpt voor de reiziger dus wel wat extra drempels op – ook bij de reisinformatie. Op de digitale borden in de stations vermeldt NS alleen dat er voor de Arriva-nachttrein “een speciaal ticket” nodig is, niet waar je dat koopt. Dit vergt van reizigers meer voorbereidingen. Rover zet uiteraard in op een betere samenwerking tussen vervoerders, zodat het plannen van de reis en het kopen van een ticket in de toekomst veel makkelijker wordt. Het ministerie heeft al aangegeven met regels te komen. Dat juichen we toe als Rover: beter laat dan nooit.
Meer mogelijkheden
De nachttreinen van Arriva bieden extra reismogelijkheden die NS niet biedt. Dat zet ook NS op scherp, dat vanaf december op meerdere trajecten latere treinen gaat rijden. Hoopvol is vooral het aantal meldingen voor nieuwe internationale treinen onder open toegang. Er is bijvoorbeeld nog ruimte op het spoor om het aantal treinen naar Parijs, Berlijn, Londen en Frankfurt te verdubbelen. Verschillende vervoerders staan hiervoor in de rij, dus mogelijk zien we hier de komende vijf jaar veel nieuwe treinen bij komen. Onder de streep betekent open toegang dus vooral meer mogelijkheden voor de reiziger – al zijn er nog wel wat hordes te nemen.
Reizigersrechten in open toegang
Reizigers die reizen met een ‘open toegang trein’ hebben dezelfde Europese reizigersrechten (bijvoorbeeld bij een grote vertraging) als reizigers in een ‘concessie-trein’. Als een reiziger naar verwachting meer dan 60 minuten vertraging zal oplopen mag je volgens de Europese regels de reis via een andere route maken of hem voortzetten met een vergelijkbare trein, mits van dezelfde vervoerder. Reizigers hebben recht op terugbetaling van 25% van de prijs van het kaartje bij een vertraging van minimaal een uur en 50% als de vertraging twee uur of meer is. Dit zijn maar twee voorbeelden en er gelden allerlei voorwaarden. Vervoerders zijn verplicht om reizigers te informeren over hun rechten, o.a. via hun website. Rover voert hierover met alle open toegang vervoerders gesprekken.