Skip to main content
In de regio

De Frysker: van droom tot nachtmerrie

Kleine busjes, busjes op afroep.. In de “provincie” hebben reizigers al lange tijd te maken met experimenten die het openbaar vervoer betaalbaar moeten houden. Met wisselend succes. We kijken terug naar de Frysker: een onpopulaire bus die nooit een goede kans kreeg.

De Reiziger Digitaal  | Maart 2023  |  Christiaan de Vries 

De Frysker kan minder reizigers meenemen dan een normale bus
Foto: Christiaan de Vries

 

Noordned

Stel je eens voor, één bedrijf voor al het openbaar vervoer. In Friesland was dit eind jaren 90 Noordned, een samenwerking tussen NS, Veonn groep en Rederij Doeksen. De gedroomde eenheid in het Friese OV kwam nooit helemaal van de grond, stadsdienst Leeuwarden en diverse regionale buslijnen kwamen uiteindelijk nooit onder de vlag van Noordned terecht. In Zuidoost Friesland kwam Arriva, later opgevolgd door Qbuzz, terwijl Connexxion de bus in Leeuwarden ging rijden. In 2006 kwam het vervoer van Noord- en Zuidwest Friesland ook in handen van Connexxion.

Kleine bussen en FLEXX-haltes

Friesland werd een droomformule voorgespiegeld met FLEXX-haltes in de kleine dorpen en IJlst waar de bus alleen op verzoek van de chauffeur zou stoppen. Voor het instappen zou een drukknop worden gebruikt. Het was maar een kort leven bekoren en meerdere lijnen werden alsnog vervangen door een belbus. Daarnaast waren er kleinere bussen, de zogenaamde Procity’s, besteld om de minder populaire lijnen tijd rijden. De bussen werden snel gebouwd door VDK Berkhoff in Heerenveen.

Meteen onpopulair

De kleine bussen, de Fryskers, konden niet rekenen op grote populariteit. Het ging dan ook al mis met de bouw waardoor de bussen in eerste instantie door het RDW werden afgekeurd vanwege te weinig remkracht. Andere punten van kritiek waren de kleine, harde zitplaatsen en de slecht werkende kachel in combinatie met de grote instapdeuren. De warmte vloog letterlijk de bus uit. Ook de werkplek van de chauffeur was te krap en door spiegelende voorruiten was het zicht met name ’s avonds erg slecht. Daarom luidden in september 2007 die vakbonden CNV en FNV de noodklok. Het vroegere sociale medium Hyves kreeg zelfs een ”Weg met de Frysker”-pagina.

Sommige Frysker-bussen rijden nu in België
Foto: Nostalbus, Belgische vereniging instandhouding oude bussen 

 

Verkeerde inzet

Het succes van een nieuwe bus staat en valt met de inzet. Die was bij de Frysker niet best. Deze bus verscheen als stadsdienst in Leeuwarden en op diverse lijnen in de provincie die meer gebruikt werden dan gedacht. Terwijl de kleine Frysker op veel te drukke plekken reed, werd juist op rustige trajecten een grote bus ingezet. De Frysker stond al snel bekend om problemen met overvolle bussen. Zo kwam het regelmatig voor dat de chauffeur van kleine bus lijn 92 naar Bolsward mensen moest laten staan terwijl de grote bus op lijn 22 naar Warten(a) maar 1-3 passagiers had. Dit was niet gewoon een kwestie van slechte planning. Volgens de concessie-eisen moest de kleine lijn 22 met een grote bus rijden vanwege de bereikbaarheid van de kleine dorpen. Lijn 92 naar Bolsward reed vaker en kon dus wel deels met Fryskers rijden, ook was deze overvol.

Een nieuw leven voor de Frysker

Dit alles zorgde uiteraard op veel kritiek. Connexxion besloot daarom een groot deel van de 113 Frysker-busjes elders in te zetten. Een gedeelte werd sinds 1 januari 2008 op de Stadsdienst Leeuwarden ingezet onder de naam Maxx. Ook hier zorgde de kleine bus weer voor problemen in de drukke stad. Men had er niet veel van geleerd. Na het debacle in Friesland dat tot 9 december 2012 duurde, bleek dat er bij een gezonde inzet wel een kans bestaan voor de Frysker zolang deze maar daadwerkelijk op de rustige lijnen wordt. ingezet. Zo hebben we de bussen nog terug gezien tussen Arnhem en Nijmegen, in de kop van Overijssel, in Haarlem-IJmond, Noord Holland Noord, Gooi-en Vechtstreek, als ook als kleinschalig vervoer in Groningen en Drenthe. Hierbij reden ze onder andere op de stadsdienst in Emmen. Ook is de bus nog in beperkte mate terug gezien in provincies Utrecht en Brabant. Een groot deel van de bussen werd geëxporteerd. Zo zijn er 12 in België als Belbus terechtgekomen bij de Vlaamse vervoerder De Lijn. De les? Er is niets mis mee om kleinere bussen te bestellen, maar er moet wel goed over worden nagedacht waar deze het beste tot hun recht komen.