Skip to main content

Wat een klus, naar Sarajevo met trein en bus

Wie door Europa wil reizen met het ov ervaart veel hindernissen, dat horen we vaker. Eén land in het bijzonder is niet bepaald OV-toegankelijk: Bosnië-Herzegovina. Gewapend met een Interrailticket nam ik afgelopen zomer de gok en reisde vanuit Hongarije naar Bosnië met trein en bus.

Alleen online  | Editie 1, 2023  |  Guus Puylaert

Het perron in Osijek
Foto: Guus Puylaert

Het lijkt zo’n goed plan, wanneer ik begin juli in een bar in Skopje (Macedonië) besluit om aan het einde van mijn vier maanden durende Eurotrip de Bosnische hoofdstad Sarajevo aan te doen. Oorspronkelijk was het idee om half augustus vanaf het Sziget-festival in het Hongaarse Boedapest terug te gaan naar Nederland. Maar Sarajevo ligt hemelsbreed op 533 kilometer afstand van Boedapest, ik heb nog twee weken, mijn bargenoot bood me zojuist een gratis slaapplek aan en bovendien is er het Sarajevo Film Festival. We proosten op het plan en nemen nog een raki.

Anderhalve maand later blijkt het allemaal minder eenvoudig. Vanwege de moeilijke OV-verbinding is de reistijd ongeveer 21 uur. Door de vernielingen in de oorlog moet de treinreis via de Kroatische hoofdstad Zagreb verlopen. Maar de Man in Seat 61, een veel geraadpleegde bron onder Interrailers, stelt dat tussen Zagreb en Sarajevo geen treinen meer rijden. Balen…

Met wat uitzoekwerk ontdek ik dat de reistijd is in te korten tot een kleine 13 uur, als ik geluk heb en al mijn overstappen haal. Het avontuur start om 10 uur op station Boedapest Kelenföld. Met vier treinverbindingen, drie overstappen en een grenscontrole tussen Hongarije en Kroatië zou ik dan rond 17:00 uur moeten aankomen in Slavonski Brod, de Kroatische grensstad met Bosnië-Herzegovina. Vanaf daar gaat er rond 19:00 uur een Flixbus rechtstreeks naar Sarajevo. Als alles goed gaat, kom ik dan om 23:00 uur aan op mijn einddoel.

En aldus geschiedt. Tot mijn verbazing gaat alles goed en haal ik al mijn overstappen. Het antieke treintje in de Zuid-Hongaarse stad Pécs – zonder airco en toilet, mét veel zwetende mensen – zal me nog lang heugen. Positief is dat de trein in de Kroatische grensstad Beli Manastir op zijn reizigers wacht, na een enorm uitgelopen paspoortcontrole aan de grens. Een minder goede indruk maakt station Osijek, waar nauwelijks bewegwijzering of informatievoorziening is en reizigers én spoormedewerkers op het spoor wachten tot de trein eraan komt. Uiteindelijk kom ik tot mijn verbazing zelfs om 22:00 uur al aan in Sarajevo, omdat de Flixbus snel langs de douane komt. 

Wat een klus, van Budapest naar Sarajevo met trein en bus. Maar wel een mooi avontuur!