20 miljoen voor Limburg door afblazen tram

Na twee jaar overleg is er nog steeds geen akkoord in zicht, want minister Peeters wil Nederlands-Limburg en Maastricht niet compenseren. De gemeente Maastricht en de provincie Limburg hebben besloten om tegen het Vlaamse Gewest een rechtzaak te beginnen vanwege het eenzijdig afblazen van de tram tussen Maastricht en Hasselt.

In mei 2022 besliste Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters dat er ook tussen Hasselt en Maastricht geen sneltram komt, net zoals ze al de sneltramlijnen Hasselt – Maasmechelen en Hasselt – Neerpelt vervangen had door trambussen. Met als gevolg dat Maastricht bleef zitten met een strop van ruim 22 miljoen euro, zo berekende de gemeente zelf. Er is wel 3 miljoen euro overgemaakt maar dit bedrag was door Limburg betaald omdat de tram door de sterkte van de Wilhelminabrug niet naar het station in Maastricht kon.

Ondertussen gingen de Belgen aan hun kant van de grens wel aan de slag met de aanleg van vrije busbanen voor een trambus tussen Hasselt en Maasmechelen. De eerste elektrische trambussen zouden in de loop van volgend jaar moeten rijden. Er zijn geen concrete plannen om deze nieuwe infrastructuur aan te sluiten op Nederlandse wegen.

Voor die 20 miljoen krijgt Limburg geen tram. In de plaats moet er een trambus komen. Want die trambus zal nauwelijks meer mensen trekken. Minister Peeters en de burgemeester van Hasselt hebben de sneltram onmogelijk gemaakt en daardoor kunnen de doelstellingen van het Spartacusplan niet worden gerealiseerd. Dit betreft vooral de ontwikkeling van aantrekkelijk openbaar vervoer met korte reistijden en optimale aansluitingen die verder weg zijn.