Nieuws over treinverbindingen in Limburg
Maaslijn
Begin deze week kwam het bericht dat de financiering van de Maaslijn rond is. Echter overvolle treinen zullen voorlopig nog wel blijven bestaan. Maar door aanpassingen van de collegetijden van de Radboud Universiteit en de Hogeschool Arnhem-Nijmegen is de drukte in de spits gelukkig wel iets afgenomen.
Voor de elektrificatie van de Maaslijn worden over een lengte van 86 kilometer portalen en palen geplaatst. Aan deze palen komt de bovenleiding te hangen die de elektrische trein van stroom voorziet. Op vijf plekken langs de Maaslijn wordt een extra spoor aangelegd; ten noorden van Cuijk, ten noorden van Boxmeer, ten zuiden van Vierlingsbeek, ten zuiden van Venray en tussen Reuver en Swalmen. Ook wordt een deel van de Maaslijn geschikt gemaakt voor het rijden met hogere snelheden. De aanleg van dubbelspoor betekent dat er nieuwe wissels moeten worden aangelegd of dat bestaande wissels moeten worden vervangen of verplaatst.
In de oorspronkelijke plannen was afgesproken dat de provincie Limburg grotendeels alleen zou opdraaien voor eventuele tekorten. Deze afspraak is nu veranderd en nemen het Ministerie en de Provincie ieder de helft van eventuele nieuwe tekorten voor hun rekening. Hiernaast is het Rijk rechtstreeks partner geworden in het project en zal er ook leiding aan geven.
De reiziger moet nog wel even geduld hebben. Pas in 2024 zullen de werkzaamheden zijn afgerond.
Treinverbinding Weert-Hamont
In de vergadering van de Tweede Kamercommissie van afgelopen donderdag heeft staatssecretaris Stientje van Veldhoven van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangegeven dat ze de besluitvorming over de heropening van de treinverbinding tussen Weert en Hamont wel erg lang duurt.
Rover- Limburg vindt dit een vreemde conclusie omdat er op dit moment nog twee onderzoeken lopen en dat is het onderzoek van de Maatschappelijke kosten baten analyse(Mkba) en het inpassingsplan van het Nederlandse traject door ProRail. Bij beide onderzoeken is het ministerie (in)direct bij betrokken.
Op dit moment wordt het niet geëlektrificeerde traject in België door Infrabel van bovenleidingen voorzien.
Intercity Amsterdam-Heerlen-Aken
In de hierboven genoemde vergadering informeerde de staatssecretaris de commissie dat er voor de zomer er een beslissing wordt genomen over het realiseren van de intercityverbinding Amsterdam-Eindhoven-Heerlen-Aken.
De staatssecretaris gaf aan dat zij de verbinding Heerlen-Aken in ieder geval gaat verbeteren omdat vervoerder Arriva een tweede sneltrein(Drielandentrein) wil laten rijden op het traject Heerlen-Aken als de intercity toch niet haalbaar blijkt te zijn.
Tweede Drielandentrein
Het voordeel van deze optie is, indien er een treinpad beschikbaar komt, dat deze trein vanwege de aanwezigheid van bicourant materieel eerder kan gaan rijden. Net als bij de huidige Drielandentrein moet deze trein in Heerlen aansluiting bieden op de IC in de richting van Eindhoven. Er zijn geen extra kosten voor deze optie nodig en derhalve kan de treinverbinding op relatief korte termijn worden gerealiseerd.
Intercity Amsterdam-Heerlen-Aken en één Drielandentrein
Voor deze Intercity moet nieuw materieel besteld worden. Het materieel voor deze verbinding, ICNG, zal geschikt moeten zijn voor het rijden onder de Nederlandse en de Duitse bovenleidingspanning. Als de Intercity vanuit Amsterdam gaat rijden zijn behoorlijk wat treinenstellen nodig in de bicourante uitvoering. Een keuze kan ook zijn de trein vanuit Eindhoven te laten rijden. Het nadeel hiervan is dan dat er extra moet worden overgestapt in Eindhoven. Als er voor de Intercity gekozen gaat worden betekent dit dat na het besluit het nog wel minimaal 3 jaar duurt voordat vermelde treinen beschikbaar zullen zijn. Doordat bicourante treinen duurder zijn dan treinen die alleen in Nederland rijden zijn er ook extra kosten aan deze optie verbonden.