Fietsen door Belgische steden
In Nederland is het heerlijk fietsen, maar nu gaan we toch de grens over. En dat bevalt bijzonder goed. Bijna helemaal tot het eind van de tocht…
Editie 2, 2025 | Marina van Alphen

Het is nat dit voorjaar, maar we wagen het erop: we plannen begin mei 7 dagen fietsen in en rond België. We kijken waar we willen overnachten, met als criteria: een haalbare afstand en een restaurant in de buurt. En we reserveren via www.vriendenopdefiets.nl. Een fijne organisatie, waar je als lid voor 25 euro per persoon per nacht een goed bed, een handdoek, een douche en een ontbijt krijgt. Wandelaars zijn er trouwens ook welkom.
Dag 1: Brabant
Twee maanden later gaan we van start in Oost-Brabant, waar we de auto bij familie kunnen laten staan. Ons lunchpakket wordt aangesproken in Nuenen, waar ooit Vincent van Gogh woonde en de boeren uit de streek portretteerde. ‘De aardappeleters’ zijn zelfs levensgroot in 3D te bewonderen in het parkje in het centrum. We fietsen dwars door Eindhoven, over de campus van de Technische Universiteit. Op weg naar de grens komen we door Eersel met een mooi plein waar veel fietsers even aanleggen voor een versnapering. Wij gaan ook zitten voor een kopje koffie, even van het zadel af. Het is er een drukte van belang, fijn om te zitten en mensen te kijken. Daarna fietsen we weer verder, tot net over de grens in Retie.

Dag 2: Leuven
De volgende dag loopt de langste route van deze week achtereenvolgens langs het Kanaal van Bocholt naar Herentals en over de oude spoorlijn Herentals–Aarschot. Een heel fijne route met informatieborden over deze spoorlijn én met een schattig station, nu een woonhuis. We doorkruisen Leuven; we volgen zelfs een fietspad onder de overkapping van het station en over de sporen, wat een bijzondere ervaring is. Leuk verzonnen, dit! Vervolgens langs het Gotische stadhuis met zijn prachtige gevels en over de markt met mooie huizen en terrassen. Daarna zijn we alweer onderweg naar Tervuren over de ‘fietssnelweg’, een fenomeen dat in Europa steeds meer wordt toegepast. Het is veilig fietsen en het schiet lekker op.
Ons eindpunt vandaag is Tervuren, een kleine plaats met een enorm park. Tijdens de wereldtentoonstelling in 1894 werd dit park gebruikt om enkele Congolese dorpen na te bouwen. Er werden 144 mensen uit Congo gehaald om de dorpen te bevolken; een aantal overleefden dat niet. In die tijd was een menselijke ‘zoo’ normaal, nu is het een schandvlek waarvoor twee jaar geleden een monument is opgericht in Antwerpen. Het park is gebleven en nu vooral groen, met vijvers en hoge bomen. Het Africamuseum is hier nog steeds gevestigd. Wij zijn blij dat we 90 kilometer tot een goed einde hebben gebracht.

Dag 3: Brussel
Vandaag fietsen we een kortere route zodat we wat kunnen rondkijken in Brussel. We rijden de stad binnen via de Avenue de Tervueren, waar een fietspad en een tramlijn over de middenberm lopen. De mooiste tramrit die een mens kan maken, volgens onze gastheer van vannacht. Het gaat naar beneden, dus fietsen gaat ook flitsend. Het is een en al grandeur: de avenue wordt omzoomd door parken, musea, paleisachtige woningen en kerken. De Avenue eindigt bij het Jubelpark, met een triomfboog en een museum over de luchtvaart in België.
We passeren de indrukwekkende gebouwen van het Europees Parlement en bezoeken de Grote Markt, waar we een half uur met open mond de gebouwen om ons heen aanschouwen. Door de prachtige gevels voelen we de geschiedenis van deze plek. Naast al die gotische pracht en praal heeft Brussel ook veel huizen en gebouwen in Art Deco stijl, ook de moeite van het bekijken waard. We moeten ons met onze volgepakte fietsen wel tussen de mensen door wringen; het is druk in Brussel.
Onze gastvrouw in Tervuren had ons de rommelmarkt op het Vossenplein aangeraden. Er wordt van alles verhandeld en ook hier is het druk. Omdat we de fietsen met bagage in het oog willen houden belanden we op een eenvoudig terrasje waar we waterige preisoep en een onduidelijke worst eten. Echte Brusselse delicatessen, maar het smaakt naar niks.
We verlaten Brussel via een fietspad langs het Zeekanaal Brussel–Schelde. Langs het kanaal krijgen veel oude industriële gebouwen een opknapbeurt. Kleine woonwijken verschijnen langs de oevers. En weer zijn er veel parken en parkjes waar het fijn rusten is. Het kanaal is toegankelijk voor zeeschepen; dat is waarschijnlijk de reden dat de bruggen over het kanaal zo hoog zijn. Het is het eerste kanaal ter wereld waar, rond 1550, geëxperimenteerd werd met hoogteverschillen en het maken van sluizen. Na enkele mislukte pogingen en overstromingen werden sluizen ontworpen zoals we ze nu nog kennen, met gemetselde zijkanten en scharnierende puntdeuren.
We steken het kanaal over via een hoge brug met een lift voor fietsers en voetgangers. Heel prettig! Onze overnachting in Kapelle op den Bos is memorabel. Onze gastheer hoort waar we willen gaan eten en regelt meteen een tafel. In het restaurant worden we luidkeels verwelkomd met ‘Aha, welkom! U komt van den Hugo!’ Het blijkt een fijne keuze: Bistro de Plekpot heeft 21 verschillende soorten kroketten! Met asperge, met garnaal, met zalm dille en caprese… heel bijzonder en lekker.
Dag 4: Antwerpen
De volgende dag ligt Antwerpen op onze route. Wat zijn Belgische steden toch mooi, met veel gotische gebouwen met overdadige versieringen. We kronkelen met de knooppuntenroute een beetje door de stad, over kinderkopjes, pleintjes en langs de Schelde. We luisteren tijdens de lunch naar het carillon van de Onze Lieve Vrouwe kathedraal en passeren het bijzondere gebouw MAS (Museum Aan de Stroom). Genieten is dit.

Dag 5: Tilburg
Na een overnachting in Oostmalle rijden we via het Kanaal Dessel–Schoten naar Turnhout. En daarna over weer een oude spoorlijn, het ‘Bels Lijntje’, richting Tilburg. Dit fietspad doorkruist een prachtig natuurgebied: het Turnhouts Vennengebied met een uitkijktoren en fluitende vogels. Het pad is tot bijna in het centrum van Tilburg te volgen; een fijne rustige route. En wat boffen we met het weer! Alle dagen was het droog en vandaag kon zelfs de jas uit.
Dag 6: Mineur
Hierna slaat de stemming om. We hebben in Tilburg een minder fijne slaapplek; er kan geen raam open en het ruikt er naar motorolie. We slapen slecht en voelen ons niet fit. Daardoor valt de laatste dag – slechts zestig kilometer maar wel tegen de wind in – ons zwaar. Ook al fietsen we door het mooie natuurgebied Kampina. Als we na de lunch in het leuke en enorm opgeknapte industriegebied in Veghel merken dat we een tablet en een e-reader kwijt zijn eindigt deze tocht in mineur. Altijd de fietsen en bagage in de gaten blijven houden, een moment van onoplettendheid blijkt genoeg…
Maar Belgische steden? Dat willen we nog wel een keer!
Bordjes beter in België
Het viel ons op dat men in België veel duidelijker is met het plaatsen van de knooppuntenbordjes. Wanneer je rechtdoor moet staat er bijvoorbeeld ook een bordje; in Nederland is dat niet zo. En bij een wegafsluiting zijn er altijd bordjes die aangeven hoe je verder moet Dat mag je bij ons vaak zelf uitzoeken.