

Nieuwbouw direct goed bereikbaar met OV, daar zijn bijna alle partijen het over eens
Foto: Martin Oudenaarden
Dit overzicht van de OV-voornemens beperkt zich tot de acht politieke partijen die in 2023 minstens 4 zetels in de Tweede Kamer behaalden. Van PVV, GL-PvdA, VVD, NSC, D66, BBB, CDA en SP nam ik de verkiezingsprogramma’s door zoals ze op 17 september (de dag na de Troonrede) op hun eigen websites stonden. In sommige gevallen was dat nog een concept, dat dus ondertussen gewijzigd kan zijn. Alle acht partijen hebben een hoofdstuk over mobiliteit, infrastructuur dan wel bereikbaarheid.
PVV is krachtig en kort over het OV: er moeten genoeg treinen met voldoende zitplaatsen zijn en die moeten op tijd rijden – zeker in de spits. Het OV in de regio moet behouden blijven, NS en ProRail moeten samengaan in één groot Nederlands Spoorbedrijf en er komen geen verdere prijsverhogingen bij treinkaartjes.
Voor de SP moet OV geheel gratis zijn, collectief geregeld, toegankelijk voor iedereen en altijd dichtbij. Om te zorgen dat treinen, trams en bussen op tijd komen, veilig zijn en schoon, wil de SP investeringen en voldoende personeel. NSC, D66 en GL-PvdA zetten in op één kaart waarmee iedereen buiten de spits in heel Nederland met bus, tram, metro en trein kan reizen voor een vaste lage prijs; GL-PvdA noemt daarvoor 59 euro per maand. GL-PvdA en SP willen voor vraaggestuurd vervoer dezelfde tarieven als voor regulier OV. GL-PvdA wenst een uniform inchecksysteem.
Het NSC wil de NS Jongerendagkaart behouden. Praktijkonderwijsleerlingen in de bovenbouw mbo-entree hebben volgens GL-PvdA recht op een OV-jaarkaart. Wat de VVD betreft krijgen militairen, politieagenten, brandweerlieden, ambulancepersoneel en veteranen korting op het OV. Als het aan GL-PvdA ligt worden OV-reiskosten volledig betaald door de werkgever, met een minimumniveau. NSC en VVD willen ondernemers niet langer verplichten om bij te houden of hun personeel met fiets, auto of OV naar het werk komt.
Behalve de PVV stellen alle partijen dat in nieuw te bouwen woonwijken (VVD: 30 grootschalige woonwijken; D66: 10 nieuwe steden) meteen OV-voorzieningen moeten komen. GL-PvdA, SP, D66 en CDA hebben er extra geld voor over. Het CDA wil dat ziekenhuizen, scholen, verenigingen en dergelijke zo veel mogelijk per OV bereikbaar zijn. D66 bepleit lightrail als voorzieningen niet binnen 15 minuten lopen bereikbaar zijn. SP, D66, NSC, BBB en GL-PvdA hebben aandacht voor aansluitend (deel)vervoer, vooral fietsvoorzieningen.
De bereikbaarheid van dunbevolkte gebieden is een speerpunt voor BBB. Deze partij zal kleinschalige OV-vormen stimuleren, zoals buurtbusjes, OV op afroep en deelvervoer. Maar in regio’s buiten de Randstad mogen mensen niet afhankelijk worden van één vervoersvorm, dus de auto blijft voor landelijke gebieden onmisbaar. Ook GL-PvdA en SP vinden het wenselijk om buslijnen op het platteland uit te breiden; waar regulier OV niet (meer) rijdt voorziet VVD lokale alternatieven, maatwerkoplossingen, slimme routes en nieuwe concessievormen. GL-PvdA, NSC en CDA willen provincies de mogelijkheid geven OV in eigen hand te nemen of regionale concessies te gunnen aan een publiek OV-bedrijf. GL-PvdA wenst voor Utrecht een 24-uurs OV-netwerk vergelijkbaar met de metro en wil stations (her)openen langs bestaande, nieuwe en gereactiveerde lijnen. De bereikbaarheid van de Waddeneilanden is een zorg voor GL-PvdA en BBB. Watertaxi’s moeten ook ’s nachts kunnen varen, vindt BBB.
Van de SP mag de incheckapparatuur weg omdat het OV gratis moet zijn. Andere partijen willen een goedkoper dalkaartje
Foto: Martin Oudenaarden
GL-PvdA, NSC, BBB, CDA en SP benadrukken het belang van de Lelylijn; GL-PvdA, NSC, BBB en SP noemen ook de Nedersaksenlijn. Andere bepleite investeringen gelden de Noord-Zuidlijn tot aan Schiphol (CDA, BBB, NSC), de Maaslijn (SP, GL-PvdA), de (ondergrondse) IJmeer-verbinding (GL-PvdA, BBB), een intercitydienst Almere–Utrecht (GL-PvdA) en de lijn Weert–Hamont (BBB). Daarmee gaan we de grens over, en dan kijken we ook naar Duitsland (vanuit Groningen, Eindhoven en Limburg, schrijft GL-PvdA) en Europa in breder perspectief. Ten behoeve van snelle internationale verbindingen willen CDA en NSC hogesnelheidslijnen gerealiseerd zien. Verder moet er een simpel internationaal boekingssysteem komen, als het aan GL-PvdA en NSC ligt. D66 en SP willen zorgen dat internationale treinreizen goedkoper zijn dan het vliegtuig.
Technische innovaties vinden we in de programma’s van BBB en VVD. GL-PvdA wil alle treinlijnen elektrificeren en heeft concrete voorstellen om enkelspoor te vervangen door dubbelspoor. VVD en CDA willen vaart maken met het ERTMS-systeem; NSC wil investeren in hoogfrequent OV met snelheden van 160-200 km/uur.
Dat OV en reisinformatie toegankelijk moeten zijn voor ouderen en mensen met een beperking staat in de programma’s van GL-PvdA, NSC, D66, BBB, CDA en SP. Doelgroepenvervoer heeft aandacht van BBB, NSC en GL-PvdA; hier wil SP af van marktwerking. SP en NSC stellen dat scholen binnen 45 minuten per OV bereikbaar moeten zijn.
VVD, BBB, PVV en GL-PvdA benoemen de sociale veiligheid in het OV. BBB wil OV-boa’s meer bevoegdheden geven; PVV en VVD willen hen uitrusten met bodycams en pleiten voor boetes en vervoersverboden. Ook wenst PVV de Spoorwegpolitie terug.
Als NS de afspraken over veiligheid, punctualiteit en treinschoonmaak niet nakomt, overweegt de VVD hogere boetes of ruimte voor alternatieve spoorvervoerders. VVD wil bij stakingen in het OV een minimumdienstverlening verplicht stellen.