Skip to main content
Column

Kleine juweeltjes

Door Willem Stegeman

Editie 1, 2025

Een dagje familiebezoek. Ik stap op station Arnhem rustig over op de sprinter naar Nijmegen-Lent, die daar altijd een minuut of vijf stilstaat. Mijn zus belt om mee te delen dat zij pas een half uur na mij zal arriveren in Nijmegen-Lent. Ik besluit ter plekke uit te stappen om nog een half uurtje in Arnhem te wachten en met de volgende sprinter pas verder te reizen.

Bij het uitstappen kwam ik op het perron de conductrice tegen. Ze had mij zien instappen en daarna ook weer uitstappen, het voelt alsof ik haar toch even een uitleg schuldig ben. Ik wil tenslotte niet dat ze boos of teleurgesteld is omdat ik toch besluit haar trein links te laten liggen. Maar haar reactie was heel anders: “Dan kunt u nog rustig hier een kopje koffie drinken, en weet u wat? Ik ga u trakteren op dat bekertje koffie.” Nou ja, waar heb ik dat aan te danken? Op die vraag kreeg ik niet echt een antwoord. Ze leidde mij naar de Kiosk op het perron en vroeg wat ik het liefste wilde. Het werd een cappuccino. Ze bestelde, rekende af en wenste mij een mooie dag.

Ik vertelde dat ik enigszins kritische columns schrijf in een tijdschrift over openbaar vervoer en beloofde dat dit juweeltje een plekje gaat vinden in een toekomstige column.

Ze lachte, zocht haar trein weer op en gaf de machinist het vertreksignaal. Ik keek haar na met in mijn hand de lekkerste cappuccino die ik ooit heb gedronken – het bekertje heb ik zelfs bewaard.