Ervaringen vergeleken
Smartphone in het OV: vriend of vijand?
Ze zijn er nog genoeg: OV-reizigers die geen smartphone bij zich hebben. Voor anderen is dat inmiddels bijna niet meer voor te stellen. Sanne valt in die laatste categorie. Zij legde haar ervaringen naast die van collega-redactrice Gerda, die het nog prima zonder smartphone redt.
Editie 4, 2024 | Sanne van Galen
Voor Sanne van Galen is de smartphone standaarduitrusting
Foto: Leon van Turnhout
Hij hoort bij mijn standaarduitrusting voor een OV-reis: mijn smartphone. En natuurlijk de oplader voor als de accu leeg raakt. En mijn tweede smartphone, eigenlijk mijn werktelefoon, voor wanneer de accu van de eerste telefoon leeg raakt en er geen werkend stopcontact is – wat ik al meermaals heb meegemaakt. Gerda is iets lichter bepakt. Zij heeft haar (niet-smart) Nokia gsm bij zich, “wel zo handig als ik een afspraak heb en vertraging opdoe”. Een oude telefoon met een nieuwe accu, die wel een week zonder oplader kan. Wel heeft Gerda altijd leesvoer in haar OV-uitrusting zitten. Dat heb ik niet nodig, want zo’n smartphone dienst als boek, als tv-schermpje én als muziekspeler. In theorie dan, want in de praktijk heb ik nog een aparte mp3-speler bij me. Want ja, anders gaat die telefoonaccu weer zo snel leeg.
Medereizigers
Mijn mp3-speler komt trouwens meestal pas tevoorschijn als ik overprikkeld raak door mijn medereizigers. En laat daar nou net vaak die smartphone weer de schuldige van zijn. Want reizigers hebben massaal hun koptelefoons aan de wilgen gehangen en laten de hele coupé meegenieten van hun muziekkeuze, TikTok-filmpjes en telefoongesprekken. Soms zou ik het daarom wel eens fijn vinden als helemaal niemand een telefoon bij zich had.
Soms dan, want ook Gerda kan beamen dat smartphonegebruikers soms ook wel handig zijn in het OV: “Laatst nog, op het busstation Zuid in Gent. De laatste bus van Connexxion naar Terneuzen ging om 7 uur ’s avonds. Temidden van al die bussen van De Lijn is het dan toch wel spannend of die bus inderdaad komt en dat schoot niet op. Ik was natuurlijk niet de enige die op die bus wachtte; het is dan prettig om van een andere reiziger te horen dat die bus er nog aankomt en met welke vertraging. Maar meestal is het mijn eer te na om zoiets te vragen, vaak kan ik het zelf wel verzinnen.”
Niet altijd een antwoord
Mij gebeurt het ook wel eens dat reizigers me vragen of ik weet of de bus nog komt, zeker nu er in het land een plaag van defecte of ontbrekende reisinformatieschermen heerst. Het is dan heel fijn om dat even in een app te kunnen opzoeken. Daarbij geeft zo’n telefoon ook wat extra zekerheid als het OV opeens stopt met rijden. Al is dat soms schijnzekerheid, want ook de telefoon heeft niet altijd een antwoord. Vooral tijdens grote storingen sturen mijn apps me regelmatig naar een bus of trein die helemaal niet rijdt. En tegen de grootste storingen kan ook een smartphone niet op, weet Gerda: “Bij de reuzentreinuitval van 2 april vorig jaar had ik uiteraard geen smartphone bij de hand, en dat had ook niet uitgemaakt, want er reed toch niets. Ik had mijn eigen telefoon toen wel nodig om te laten weten dat ik niet thuis kon komen en om iemand anders te bellen of ik daar kon slapen.”
Gerda Spaander reist smartphoneloos.
Foto: Michel Lintermans
Een goede voorbereiding
Een duidelijk verschil tussen onze manieren van reizen merk ik in de voorbereiding. “Zonder smartphone moet je je reis thuis voorbereiden, en eventueel iets opschrijven. Veel van de treinenloop heb ik wel in mijn hoofd, maar ook weer niet alles. Dus voor een reis die ik niet vaak maak raadpleeg ik meestal ns.nl”, vertelt Gerda. “En voor krappe overstappen wil ik graag het aankomst- en vertrekspoor weten. Eventueel houd ik daar rekening mee bij het uitstappen. Wat ik wel eens vergeet is de terugreis, al is die vaak wel af te leiden uit de heenreis.”
Zelf merk ik dat de smartphone me wel een beetje gemakzuchtig heeft gemaakt; voor de alledaagse reizen ga ik gewoon op pad en kijk ik onderweg wel waar ik precies moet overstappen. En zo is het me dus al eens overkomen dat ik onderweg op mijn smartphone zag dat mijn verbinding platlag en ik een andere route had moeten kiezen. Of dat ik werd verrast door een zomerdienstregeling waardoor mijn bus niet reed. Niet voor niets drukken de OV-bedrijven ons altijd op het hart om vooraf je reis te checken. Gerda doet dit dus wel: “Meestal kijk ik voor vertrek nog op mijn laptop thuis of mijn trein op tijd rijdt en of er verderop geen problemen zijn, door werk aan het spoor of door ander gedoe. En zo ja, dan kijk ik hoe ik me daaraan ga aanpassen”.
Schermen onderweg
Maar informatie onderweg, dat is toch wel heel handig vanaf het schermpje van je smartphone? “Ook in de bussen en op veel haltes heb je schermen, altijd handig”, reageert Gerda. En wat als het misgaat? “Voor een deel kan ik zelf verzinnen wat het handigst is: wachten of omreizen. En er is ook de omroep in de trein en op het station. Oké, soms is een reisgenoot met smartphone wel zo handig. Zo ging het een keer mis met een stevige vertraging in combinatie met een reis naar België, waarbij het op de laatste trein aankwam. Dan wil je wel wat meer informatie om te besluiten: doen we het wel of doen we niet?”
Maar ook ik als smartphonegebruiker ben niet blind voor alle schermen onderweg. Niet omdat de informatie er niet is op de telefoon, wel omdat die niet altijd even betrouwbaar is. Vertraging moet ik soms ter plekke alsnog van een groot scherm aflezen en een spoorwijziging komt wel eens als eerste via de omroep.
Vermaak onderweg
Nu is zo’n telefoon niet alleen maar een informatiebron; het is een mini-pc waarmee je je onderweg goed kunt vermaken. Ik vraag aan Gerda hoe zij dat dan doet. “Deze vraag veronderstelt dat je je zonder smartphone zou kunnen vervelen. Daar heb ik geen last van”, antwoordt ze. “Bij nieuwe of mooie trajecten kijk ik naar buiten, of ik zit te lezen”. En dat is misschien wel het grootste nadeel van de smartphone: je vergeet soms om gewoon naar buiten te kijken.