Skip to main content

Reisverhaal

Treinen door Cuba

Het spoor tussen Guane en Pinar del Río is Cuba’s meest westelijke railverbinding. Jeroen Vogel verkende deze lijn enkele jaren terug.

Editie 2, 2023  |  Jeroen Vogel

De trein kronkelt over het Cubaanse platteland
Foto: Jeroen Vogel

 

Achter het mooie stationsgebouwtje met ingekerfde zandstenen en rode dakpannen van Guane, Cuba’s meest westelijke treinstation, stond een lange, blauwe goederentrein. Een man klom één van de wagons in. Ik keek nog eens goed naar de trein en pas toen viel het me op dat dit geen goederentrein was, maar een passagierstrein die klaarstond voor vertrek.

Vies en versleten

De rijtuigen waren vies en versleten. Sommige ramen ontbraken, de deuren konden niet dicht, er waren geen plateaus tussen de open balkons. De banken bevonden zich langs de wanden in de lengte van de rijtuigen. Ik liep door de trein naar achteren, over de gaten tussen de rijtuigen, langs de urinegeur die dwars door de toiletdeur heen penetreerde en de vaak gescheurde en soms zelfs verdwenen zitkussens, en nam plaats op één van de twee lange banken. Van de nieuwe Chinese rijtuigen, die staatsspoorbedrijf Ferrocarriles Nacionales de Cuba (FCC) vanaf 2019 kreeg geleverd, was op deze lijn nog niets te bekennen.

Samen zweten

Om 14.00 uur klonk de toeter van de locomotief, het vertreksignaal, gevolgd door het gekleng van een lange serie stalen koppelingen. Met een harde ruk kwamen we in beweging. Langzaam en schokkerig verliet de trein Guane, om na een paar minuten weer te stoppen, eventjes maar, en wederom klonk het gekleng en werd het rijtuig met een ruk in beweging gebracht. Dit gebeurde diverse malen, alsof er steeds handmatig wissels moesten worden omgezet.

Er zaten niet veel mensen in deze trein, maar op het tweede station na Guane, in een schijnbaar onbeduidend dorpje, werd de trein nog voordat we stilstonden letterlijk bestormd door vele honderden jongeren die door de open deuren naar binnen sprongen. In één keer was het bomvol. De eersten drukten massaal hun achterwerk op de banken, zodat we schouder aan schouder zaten, en de rest vulde de staruimte tussen de banken in. De jongeren hadden de dag doorgebracht op het strand in Playa Boca de Galafre en waren nu weer op weg naar huis. De verkoeling die ze hadden gezocht werd tenietgedaan in dit snikhete rijtuig. Iedereen zweette, maar niemand zo erg als de enige buitenlander in hun midden.

De goederenwagons stromen leeg op eindstation Pinar del Rio
Foto: Jeroen Vogel

 

Gepast geld

De kaartverkoper had zijn handen vol aan de menigte. Alle mensen gaven hem een muntje, en ik zag meteen dat het niet het soort muntje was dat ik bij me had. Cuba was ten tijde van deze reis namelijk het enige land ter wereld waar twee eigen valuta in omloop waren: de Cubaanse Peso (CUP, voor de Cubanen) en de Cubaanse Converteerbare Peso (CUC, voor de buitenlanders, welke gelijk stond aan de dollar) – maar er was geen strikte scheiding tussen de valuta. Er gingen 25 CUP in een CUC, en ik pakte een briefje van 1 CUC.
De conducteur keek er een seconde naar. “Waar ga je naartoe?”
“Pinar del Rio.”
Hij wendde zich tot zijn boekje met treinkaartjes. 

Naast me porde een jongen in een korte broek me snel en zacht in de zij met zijn elleboog. Ik keek hem vanuit mijn ooghoeken aan. Hij drukte me een muntje in de hand. Ik verfrommelde het briefje in de hand waarmee ik mijn portemonnee vasthield. De conducteur draaide zich weer naar mij om het kaartje te geven en het geld in ontvangst te nemen. Ik overhandigde triomfantelijk het muntje. Zijn ogen werden groot van verbazing en hij keek teleurgesteld. De ritprijs was immers 50 CUP-cent, en hij was in de veronderstelling geweest dat hij het vijftigvoudige overhandigd zou krijgen. Verbouwereerd en zwijgend stopte hij het muntje weg. De tienermeisjes die om ons heen stonden keken genoegzaam toe. De man liep door naar mijn buurjongen, die hem ook zo’n muntje overhandigde.

Ik zocht een paar CUC-centmuntjes op om de jongen terug te betalen, maar hij maakte glimlachend een wegwerpgebaar. Het CUP-muntje had hem hooguit twee CUC-cent gekost.

De trein schokte voort. Afremmend, optrekkend, verend van links naar rechts over het oneven spoor zodra er een beetje vaart werd gemaakt. Steeds weer moest ik me bij het optrekken een beetje schrap zetten om te voorkomen dat het te intiem werd met de buurjongen. Het meisje aan mijn andere zijde stond wat losser in het leven en werd regelmatig tegen me aan gedrukt, waardoor ik me schrap moest zetten voor twee.

Alles naar buiten

Een verkoper met een transparante vuilniszak vol popcorn in broodzakjes bleef de hele reis heen en weer lopen, zich een weg banend door de menigte. Hij kondigde zijn aanwezigheid aan door steeds een paar keer kort te fluiten. Het meisje naast me en haar vriendinnen kochten soms een zakje popcorn of papieren tubes vol pinda’s en wierpen het afval het raam uit. Dit deden veel meer mensen: alles verdween naar buiten. Het gras naast het spoor lag vol plastic en ander afval. Aan de achteloze en schaamteloze gezichten kon je zien dat dit normaal was, zoals het vroeger normaal was om tussen dinerende gasten te roken in een restaurant. De locomotief kon daar ook wat van. De laatste stoomlocomotieven reden in 2004, maar de ongefilterde dieselrook vloog in dikke, zwarte wolken langs de trein het landschap in, zo door de maïsstengels en het struikgewas.

Het heuvelachtige landschap lag vol plattelandsdorpjes. Allemaal hadden ze een stationnetje zonder noemenswaardig perron, zodat de instappende passagiers door het gras naast het spoor liepen om een rijtuig te bereiken. Dit veranderde pas in Pinar del Rio, het eindpunt waar het station wél perrons had die lang genoeg waren.

De trein liet haar passagiers los. Ik stapte uit het achterste rijtuig en staarde stomverbaasd naar de enorme voorbijlopende massa. Een normale passagierstrein had dit nooit kunnen vervoeren. Vandaar dus de goederenwagons.

Jeroen schreef het boek In Cuba: de trein naar Guantánamo. Meer informatie op www.jeroenvogel.nl.

Toeristische vliegreizen naar Cuba schaden het klimaat. Reis je toch, overweeg dan de CO2-uitstoot te compenseren via bv. https://treesforall.nl, www.fairclimatefund.nl of https://greenseat.nl. Heb je veel tijd, dan kun je overwegen om (deels) te reizen per vrachtschip, bijvoorbeeld via Jamaica (o.a. Cptn Zeppos, https://cptnzeppos.com).