De Maaslijn; een gebed zonder einde
Is het dat de treinen op de Maaslijn niet volgens het spoorboekje rijden, worden opgeheven ten gevolge van materieeltekort of door defecten aan treinen, sinds deze week kan er weer een nieuw hoofdstuk worden toegevoegd aan al hetgeen er aan de hand is op het spoor tussen Roermond en Nijmegen. Maar deze keer gaat het over de financiën; in het bijzonder over een geldelijke compensatie voor de vervoerder waarbij in het slechtste geval de rekening daarvan op het bordje van de reiziger komt te liggen.
Zoals het er nu naar uitziet is de Maaslijn pas eind 2024 geheel geëlektrificeerd; vier jaar later dan gepland. Dit betekent dat eerst met ingang van de dienstregeling 2025 er elektrische treinen kunnen worden ingezet op de Maaslijn.
Voor de vertraging van de elektrificatie wordt Arriva financieel gecompenseerd conform de afspraken in de huidige concessie. Deze tegemoetkoming heeft enerzijds te maken met het feit dat Arriva op de Maaslijn langer moet doorrijden met de huidige dieseltreinen, overigens liggen de kosten van het onderhoud en het energieverbruik bij dit type trein hoger dan bij de elektrische variant, anderzijds vanwege het feit dat de huidige treinen op de Maaslijn langer geleased moeten worden. Daarnaast zal Arriva in de geldbuidel moeten tasten voor de (op verzoek) latere levering van het reeds bestelde materieel. De overeenkomst die de Provincie Limburg met Arriva sluit betreft een compensatie aan Arriva van 49 miljoen euro.
Deze compensatie bestaat uit twee delen. De provincie heeft ermee ingestemd dat Arriva langer mag doen over de afschrijving van alle treinen: dat scheelt het bedrijf 15,2 miljoen euro. Het overgrote deel van het bedrag van de compensatie, groot 33,8 miljoen euro, komt tot stand door Arriva langer door te laten rijden met alle bussen en treinen in de hele provincie. Hoeveel jaren Arriva extra mag blijven rijden, dat wordt de komende maanden berekend. Naar verwachting gaat het hierbij om één of twee jaar.
De hierboven omschreven problematiek en de daaruit voortvloeiende schade voor Arriva wil de Provincie Limburg met gesloten beurzen compenseren en wel middels een verlenging van de vervoersconcessie ná 2031. Echter de Europese Commissie moet nog wel haar goedkeuring verlenen aan het voorstel. Eind dit jaar hoopt de Provincie Limburg vanuit Brussel duidelijkheid te krijgen of en voor hoeveel jaar de verlenging gegeven mag worden. Maximaal mag dit om 7,5 jaar gaan.
Mocht Brussel de deal afkeuren dan blijven er twee opties over. Limburg trekt de beurs en betaalt 33,8 miljoen euro aan Arriva of de vervoerder krijgt toestemming om dit bedrag terug te verdienen door de tarieven te verhogen en de dienstregelingen te versoberen. De mogelijkheid om de concessie van 15 jaar te verlengen is gebonden aan voorwaarden die geregeld zijn in de Europese PSO-verordening (artikel 4 lid 4). Er moet in ieder geval sprake zijn van ‘uitzonderlijke investeringen’ door de concessiehouder in infrastructuur en/of materieel.
Rover-Limburg vindt het verlengen van de concessie met één of twee jaar een acceptabele oplossing. Maar als de Europese Commissie hier niet mee akkoord gaat en er overgegaan moet worden tot het schrappen van bus- en treinritten en/of het verhogen van de tarieven, dan is uw reizigersbelangenvereniging hier faliekant op tegen.