Euregionale conferentie over mobiliteit en infrastructuur

Op vrijdag 12 juni 2015 werd in Hasselt de vierde conferentie gehouden over de toekomst van de Euregio Maas-Rijn (EMR), en de eerste conferentie die volledig in het teken stond van mobiliteit en infrastructuur, genaamd “De EMR op het goede spoor?” De nadruk tijdens de conferentie lag op de spoorverbindingen in de Euregio. Namens Rover Limburg hebben de bestuursleden Kees Braam, Willy Seetz en Edward Szeinfeld deze conferentie bijgewoond. 

Na een welkomstwoord door de voorzitter van de Euregioraad hebben diverse sprekers presentaties gegeven over de mobiliteit in de Euregio, met name per spoor, vanuit meerdere invalshoeken. Er werd ingegaan op de aanpak van infrastructurele knelpunten, de stand van zaken op het gebied van Euregionaal openbaar vervoer, geïntegreerde en complementaire vervoerssystemen, Trans-Europese netwerken (TEN) alsmede aparte presentaties over het mobiliteits- en spoorbeleid in Limburg en de rest van Nederland, in België en in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen.

Als de Euregio een aantrekkelijke Europese regio wil blijven is het van belang dat de betreffende regio’s binnen de EMR verder naar elkaar toegroeien, zowel op economisch gebied als op andere gebieden. Daarbij is dan ook een goed grensoverschrijdend vervoerssysteem noodzakelijk. Wat openbaar vervoer betreft zijn er in de betreffende regio’s uiteraard goede binnenlandse trein- en busverbindingen, echter wat grensoverschrijdende OV-verbindingen betreft zijn er momenteel nog een aantal lacunes en verbeterpunten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om enkele ontbrekende schakels in het Euregionale  OV-netwerk, goede aansluitingen op de HSL in Luik en Aken, frequenties op grensoverschrijdende spoorverbindingen, alsmede het feit dat elk land zijn eigen regels en voorschriften heeft, in de spoorsector betreft dit spoorbeveiligingssystemen, bovenleidingspanning en de toelating van materieel. Bovendien is er geen volledige integratie of interoperabiliteit van de verschillende tariefsystemen (behoudens enkele uitzonderingen zoals het Euregioticket).

Tijdens de conferentie werd dieper ingegaan op de bovengenoemde zaken, het wegnemen van infrastructurele knelpunten waardoor onder andere de capaciteit op het spoor kan worden vergroot en de mogelijkheden tot samenwerking tussen verschillende overheden, vervoersautoriteiten en vervoersbedrijven om de doelstellingen te kunnen realiseren.  Tevens werd er ingegaan op de financiële aspecten en EU-subsidiëring.

Voor Nederlands-Limburg zijn de grootste prioriteiten wat grensoverschrijdend OV betreft de verbeteringen van de treinverbindingen Maastricht-Luik (en aansluitingen te Luik-Guillemins), (Eindhoven-)Heerlen-Aken en Venlo-Düsseldorf, een nieuwe grensoverschrijdende treinverbinding Weert-Hamont(-Antwerpen) alsmede de sneltramverbinding Maastricht-Hasselt. Daarnaast zijn aantrekkelijke tarieven voor grensoverschrijdende reizen van groot belang, alsmede duidelijke reisinformatie voor grensoverschrijdende reizen.