Het Limburgs busvervoer in de vorige eeuw
Tot in de jaren ’50 gingen de meeste mensen met de fiets of de bus naar werk, school of op stap. We hebben het over de historie van het busvervoer in Limburg. Het noorden van Limburg was lange tijd het gebied van vervoerder Zuidooster. Het vervoersgebied van Zuidooster in Limburg omvatte de regio's Venray, Venlo en Weert. In Venlo onderhield Zuidooster een stadsdienst. De opkomst van de steenkoolmijnen in Zuid-Limburg creëerde kansen voor busbedrijven. Zo ontstonden lijndiensten naar de 12 steenkoolmijnen.
In het midden en zuiden van Limburg was het vervoer lange tijd versnipperd. Er reden hier tal van vervoerders rond. De grootste spelers halverwege de jaren 70 waren de LTM, die rond Heerlen en Maastricht reed, hiernaast reed in de regio Roermond de NAO en rond Beek de EBAD. In 1978 werden de bedrijven samengevoegd tot de VSL. In de loop van de jaren 80 nam VSL de laatste vijf particuliere vervoerders over, Mulder, Meussen, De Valk, CAO en de IAO. In 1994 besloot de overheid om Zuidooster te fuseren met VSL. Per 1 januari 1995 gingen beide bedrijven verder als Hermes. De opkomst van de eigen auto in de jaren ’60 beperkte de behoefte aan openbaar vervoer.
In 2006 werden de Limburgse concessies voor tien jaar aanbesteed. Het gebied werd in twee delen ingedeeld: Noord- en Midden-Limburg en Zuid-Limburg dat ook de stadsdienst Maastricht omvatte.
De twee concessies zijn sinds 11 december 2016 samengevoegd tot één Limburg concessie, daarbij hoorden ook de regionale spoorlijnen. Uiteindelijk werd Arriva winnaar van de concessie.