Nederland zet druk op België over de route van de tram in Hasselt

In een pittige brief aan Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open Vld) vragen de gemeente Maastricht en de provincie Limburg opheldering over de route van de tram in Hasselt. De laatste maanden zijn er op dit gebied geen ontwikkelingen en daarom is men ongerust.

Indertijd is er gekozen voor het tracé over de Mouterijstraat en de Stokerijstraat in de Heilig Hartwijk omdat dat de kortste weg naar het station van Hasselt is en omdat dan de bedding van een oud goederenspoor kan worden gebruikt. In de reistijdberekeningen is dat het enige bruikbare tracé binnen de Belgisch-Limburgse hoofdstad als elders in de provincie, met name in Lanaken en Maasmechelen, de tram een knooppunt op het juiste moment wil bereiken.

Al vanaf het begin was er protest van een invloedrijk groepje advocaten die langs het tracé wonen. Steven Vandeput(N-VA), momenteel de burgemeester van Hasselt, woont ook in de buurt van het beoogde tracé. De burgemeester heeft tijdens de verkiezingscampagne in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 belooft dat de tram niet door de Heilig Hartwijk zal rijden en ziet daarnaast liever bussen dan trams door zijn stad rijden.

Bij de Vlaamse regeringsvorming in 2019 werd door N-VA, CD&V en Open Vld beslist dat het tracé dan maar over de kleine ring zou moeten worden geleid met een alternatieve eindhalte op 300 meter van het Hasseltse station.

Na aandringen vanuit Nederland werd vorig jaar de afspraak gemaakt dat die tracéwijziging niet voor vertragingen en meerkosten mocht zorgen en dat ook het reizigerspotentieel niet in gevaar mocht worden gebracht. Nederland heeft de afgelopen periode geprobeerd de problemen rond het tracé in de Belgische jeneverstad op te lossen maar tot nu toe zonder resultaat.

De verwachting is wel dat van Nederlandse zijde de eventuele extra kosten voor een alternatief tracé in Hasselt op België zal worden verhaald. Dit is te vergelijken met de 6 miljoen euro die Nederland aan België moest betalen toen de eindhalte niet het Maastrichtse station werd maar naar de van Hasseltkade zou worden verplaatst omdat uit onderzoek in 2015 bleek dat de Wilhelminabrug de tram niet kon dragen.

De tijd dringt omdat rond 1 juli 2021 de gunning voor de bouw van de infrastructuur en de aankoop van de trams moet zijn afgerond. In de zomerperiode wil de Vlaamse regering het winnende bouwconsortium aanwijzen. Eind 2021, begin 2022 moet dan na een onderhandelingsronde de definitieve aanbesteding van het project plaatsvinden.

Rover-Limburg hoopt, dat als alles nu alles volgens plan verloopt, de sneltram tussen Maastricht en Hasselt dan toch in 2025 zal rijden.