“Overlast geplande werkzaamheden op het spoor moet minder”
Er moet paal en perk worden gesteld aan de hoeveelheid buitendienststellingen op het spoor, schrijft Rover in een discussiestuk dat bedoeld is voor betrokken partijen als ProRail en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Rover vindt dat het Ministerie de verkeerde prioriteiten stelt.
Er moet veel gewerkt worden aan het spoor, maar het huidige systeem loopt tegen zijn grenzen op. De nachten zijn niet lang genoeg en vrijwel ieder weekend is de reiziger aangewezen op tijdrovende omreisroutes en vervangende NS-bussen. “Er hoort een grens te zijn aan de hoeveelheid reizigershinder, maar noch IenM, noch ProRail durven een limiet te stellen”, schrijft Rover in het discussiestuk.
De vorige staatssecretaris is bijna gesneuveld vanwege de financiële problemen op het spoor, maar de reflex om meer zelf te sturen door de Staatssecretaris leidt tot verkeerde oplossingen. Nu de staatssecretaris ook tegen financiële grenzen oploopt, wil het Ministerie besparen door meer werkzaamheden overdag te laten uitvoeren. Rover vindt dat het Ministerie hiermee de vloer aanveegt met reizigersbelangen. Rover wil dat er wordt gekeken naar andere zoekrichtingen, zoals een aanpassing van het budget aan de stijgende vervoersbehoefte of een efficiencyverbetering in de organisatie van ProRail.
Het is belangrijk dat het Ministerie hierin geen overhaast besluit neemt maar gedegen overleg voert met betrokkenen zoals de consumentenorganisaties. “Het is voor alle partijen van groot belang dat het verdere besluitvormingstraject zorgvuldig plaatsvindt. Nu is het traject geheel onduidelijk”, stelt Rover. Door onderhoud overdag al aan te merken als ‘essentiele’ maatregel is het onderzoeksproces te smal. Rover heeft daarbij angst dat dit ook het geval zal zijn bij andere ingrijpende dossiers. Zo ontbreekt bij de discussie over de aansturing van ProRail ook belangrijke meetmiddelen als nulmetingen en toetsingskaders die beleidsdoelstellingen meetbaar kunnen maken.
Lees hier het discussiestuk.