De OV-fiets: een groot succes
De beste uitvinding in het openbaar vervoer is de OV-fiets. Treinen gaan van station naar station en bussen van halte naar halte, maar de reiziger moet naar een bestemming. In het officiële jargon heet dat de ‘first and last mile’. De OV-fiets is veilig, vlug, voordelig en milieutechnisch bovendien schoon. Voor € 3,35 kom je ter bestemming en weer terug naar het station. In het afgelopen jaar is het gebruik van de OV-fiets wederom met 20% gestegen. Welke beursgenoteerde onderneming haalt zulke cijfers?
OV-fiets is niet bedacht door NS of een andere vervoerder maar door Ronald Havermans, die er een projectsubsidie voor kreeg van het Ministerie. De proef werd destijds ondergebracht bij Railinfrabeheer en werd gesteund door NS en de Fietsersbond. NS heeft het bedrijf overgenomen toen meer kapitaal nodig was om te kunnen groeien. Dat was prima en gelukkig zijn nu ook OV-fietsen te vinden bij stations van de metro, Arriva, Syntus en Veolia. De fiets is tenslotte van ons allemaal. En dus ook de OV-fiets.
Op grote stations verslaat de OV-fiets zichzelf omdat daar op sommige tijden van de dag geen OV-fiets meer te vinden is. Populair gezegd: de OV-fietsen zijn niet meer aan te slepen, hoewel NS zijn best doet. De reiziger kan geen fiets reserveren. Hier valt nog een verbetering te behalen. Wel kun je via de NSXtra Reisplanner vooraf of onderweg bekijken of er nog fietsen beschikbaar zijn, een stapje in de goede richting.
Een ander praktisch probleem dat NS kan verbeteren is het verschil in uitgiftesystemen en vindbaarheid. Soms loopt de reiziger tegen een fietskluis op, soms tegen een complexe, volautomatische stalling en soms gewoon tegen een bemande fietsenstalling. Op sommige stations zit de sleutel in de fiets en zoekt de reiziger een fiets die bevalt. Op andere stations zit de fiets op slot en krijgt de reiziger een sleutel met een nummer en mag hij zelf gaan zoeken naar de fiets met zijn nummer. Dat is altijd een spannende zoektocht, maar wordt ergerlijk als de fiets moeilijk te vinden is. Wie voelt zich geroepen om dit eenvoudiger te maken? Het antwoord dat ik vrees: niemand. NS heeft me echter laten weten naar een consistente kwaliteit van de stallingen en dus ook de wijze van uitgifte toe te werken. We houden het in de gaten.
Arriën Kruyt
Voorzitter Rover