Een kijkje bij ProRail Incidentenbestrijding
Met liefde en passie voor het spoor
Een defecte trein, een aanrijding met een persoon... het zijn termen die de treinreiziger dagelijks voorbij ziet komen en die in de praktijk vrijwel geen indruk meer maken. Heel anders is dit voor de personen die er direct bij betrokken zijn. Zoals bij de mensen van ProRail Incidentenbestrijding, waar we een kijkje mochten nemen.
Door: Sanne van Galen
De Incidentenbestrijding van ProRail komt in beweging zodra het op het spoor stilvalt. Het gaat dan met name om incidenten waarbij reizigers geëvacueerd, of zo snel mogelijk weer vooruit geholpen moeten worden. Op verschillende plekken in het land staan de ProRail-teams 24 uur per dag klaar om snel in te grijpen bij calamiteiten. Misschien wel de bekendste soort calamiteit is een suïcide of aanrijding op het spoor, wat iedere werkdag een keer voorkomt. Maar ook ontsporingen vinden zo’n 30 keer per jaar plaats, een aantal dat in de afgelopen 10 jaar wel is gehalveerd. Gestrande treinen tellen ook als incident en natuurlijk meldingen van verdachte pakketjes of bommeldingen waarvoor de treinenloop deze dagen regelmatig moet worden gestaakt.
Driesporenbeleid
De incidenten mogen dan divers zijn, het doel is altijd hetzelfde: de reizigers moeten zo snel mogelijk weer verder kunnen. De ProRail-medewerkers zijn hier dan ook de hele tijd in hun werk op gericht. Bij een binnengekomen melding van een stilstaander trein komen zij onmiddellijk in actie voor een evacuatie terwijl er tegelijk een sleeplocomotief, leeg materieel én bussen worden besteld – een werkwijze die de naam ‘driesporenbeleid’ heeft meegekregen. In 80% van de gevallen kunnen de opgeroepen hulptroepen weer opgelucht afdruipen wanneer de melding binnenkomt dat de gestrande trein weer zijn weg heeft kunnen vervolgen. In de overige 20% van de gevallen is snelle actie vereist. Waar het evacueren van reizigers eigenlijk een taak van de Service & Veiligheid van NS is, is in de loop der jaren zo gegroeid dat ProRail hier een belangrijke rol in speelt. Het past in het plaatje van een uitdijend werkpakket waarbij steeds meer soorten incidenten door ProRail moeten worden verholpen. Een evacuatie drijft de tijd dat het spoor niet gebruikt kan worden op, maar is nodig als het bijvoorbeeld benauwd dreigt te worden in de trein. Tijdens de evacuatie is soms een dikke huid nodig, vertellen de ProRail-mannen. Reizigers zijn vaak kwaad omdat zij lang hebben moeten wachten, zelfs als er net sprake is geweest van een aanrijding met een slachtoffer. Eén van de ProRail-mannen laat weten daar wel begrip voor te hebben: “dat zijn allemaal emoties”. “We laten ze zich uiten”, zegt hij, “maar wel onder het doorlopen want die sporen moeten nu eenmaal snel weer vrij.”
Voor ieder probleem een oplossing
Soms gebeurt er iets ernstigs op het spoor, waarbij slachtoffers vallen. De brandweer staat klaar om levens te redden, geholpen door ProRail die hiervoor speciale hulpmiddelen bewaren in hun grote incidententrucks. Loodzware gereedschappen worden tevoorschijn getoverd: “een trein van 40 ton openknippen is wel even wat anders dan een auto”. Als wettelijke assistent van de brandweer worden dit soort speciale taken enkel aan ProRail toebedeeld. Wanneer er geen levens meer gered kunnen worden, trekt de brandweer zich terug en blijft de situatie liggen voor het incidententeam van ProRail. Dit team zal eerst klaarstaan ter assistentie van de politie, die ter plaatse de toedracht van het ongeval wil onderzoeken. Daarna begint het nare werk, wanneer ProRail de plaats van het incident weer in orde moet maken. De mannen van de incidentenbestrijding blijken ware uitvinders en hebben zelf de nodige apparatuur in elkaar gezet, met telkens als doel om weer sneller die sporen vrij te kunnen geven. Van een hogedrukspuit met elektrische pomp om snel de trein te reinigen tot een handige en goed verlichte ‘slachtofferlorrie’ waarmee de begrafenisondernemer wordt geholpen het slachtoffer over het spoor te vervoeren. Dankzij deze hulpmiddelen is de afhandeltijd na een incident de afgelopen jaren al flink ingekort.
Uit een bergingstruck wordt een ingenieus bouwwerk gehaald waarmee een ontspoorde trein weer zijwaarts kan worden verplaatst. Alles uit de koker van ProRail, die met het steeds uitbreidende takenpakket de afgelopen jaren voor de nodige technische vraagstukken kwam te staan.
Achteraf dringt het door
De zoektocht naar technische oplossingen biedt duidelijk de nodige afleiding. Maar aan het eind van de dag moeten de mannen van ProRail toch verwerken dat er iets op het spoor is gebeurd dat een stuk slechter had kunnen aflopen, of misschien wel heel slecht is afgelopen. En dat is niet altijd makkelijk. “Hoe raar het ook klinkt, het went wel”, zegt ploegleider Kevin “Maar je vergeet het nooit, je emmer raakt vol. Iedereen krijgt er een keer last van, denk ik.” Wanneer iemand uit het incidententeam begint over de treinbotsing bij de Singelgracht in 2012 wordt het direct stil. Het heeft duidelijk een diepe indruk achtergelaten. “Met liefde en passie voor het spoor houd je dit vol, anders is het niet te doen qua impact”. Hoewel ProRail wel hulpverlening aan hun medewerkers ter beschikking stelt, hebben de mannen vooral troost aan elkaar. “We praten hierover, dat is heel belangrijk”, stelt teamleider Wesley. “Al is het maar een half uurtje in het café, je moet het van je af praten. En we zien het aan iemand als hij zich niet goed voelt, we houden elkaar in de gaten”. Niet voor niets is iedere incidentenwagen uitgerust met een koffiehoekje, waar ook de brandweer en politie welkom zijn. Soms moeten de hoeders van het spoor zich even terugtrekken, om te zorgen dat de treinen blijven rijden.
Dit artikel verscheen eerder in De Reiziger nummer 5 van 2016.