NS rijdt recordaantal stations voorbij in 2013

NS sloeg ruim 3000 keer een station over in 2013. Dit blijkt uit een Kamerbrief die staatssecretaris Mansveld deze dinsdag heeft verzonden. Nadat Rover eind 2013 de problematiek aan de kaak stelde, wordt jaarlijks openheid gegeven over het voorbijrijden van stations. Het aantal overgeslagen stations neemt de afgelopen jaren toe.

Als bijsturingsmaatregel besluit NS soms bij grote vertraging een aantal (kleine) stations over te slaan. De overlast is vooral groot voor reizigers die één van de overgeslagen stations als bestemming hebben en pas in de trein merken dat zij er niet zullen stoppen. Deze reizigers moeten vervolgens bij het eerstvolgende station uitstappen en terugreizen, de vertraging loopt hierdoor op en de reiziger is officieel aan het “zwartrijden” (namelijk tegen de rij-richting in).

Nadat Rover de situatie eind vorig jaar op de kaart zette, volgden Kamervragen en de belofte van de staatssecretaris om openheid van zaken te geven. Uit de informatie van de staatssecretaris blijkt nu dat NS in 2013 maar liefst 3393 keer een station voorbijreed. Ter vergelijking: in 2012 ging het nog om 2488 stations, in 2011 om 2478 stations en in 2012 werd 2281 keer een station voorbijgereden.

“Ik vind het belangrijk dat NS de reizigers niet verrast met het overslaan van stations. NS moet de reizigers op stations en in treinenindien mogelijk altijd tijdig informeren, zodat zij de mogelijkheid hebben hun reis aan te passen”, schrijft de staatssecretaris. Zij verwacht dat er vanaf 2016 minder vaak stations overgeslagen zullen worden wegens verbetering van de dienstregeling en de infrastructuur. De relatief vaak overgeslagen stations tussen Nijmegen en Arnhem krijgen tegen die tijd bovendien een eigen sprinter, waardoor de intercity standaard niet meer op deze stations stopt.

De VVD wil dat de NS er komend voorjaar al voor zorgt dat stations tussen Arnhem en Nijmegen niet meer worden overgeslagen. “2016 is rijkelijk laat”, aldus de partij in Kamervragen aan staatssecretaris Wilma Mansveld.