Hoe houden we ProRail en NS scherp?
De Tweede Kamer worstelt met deze vraag en terecht. We willen allemaal goed functionerende spoorwegen.
ProRail heeft nog een lange weg te gaan om een reizigersvriendelijk bedrijf te worden. Reizigers balen met recht en reden van plotselinge wissel -, sein- en stoomstoringen, de buitendienststellingen en de verkeersleiding, die goed is in het opheffen van treinen. Omdat ProRail geen enkele vorm van concurrentie kent moeten juist hier de Tweede Kamer én de Staatssecretaris scherp opletten dat de reizigersbelangen gewaarborgd worden. Nodig zijn een commissaris reizigers in de Raad van Commissarissen van ProRail, een directeur reizigers en een duidelijke instructie van de staat als aandeelhouder dat het bij ProRail gaat om de reiziger en de verlader. De Tweede Kamer en de Staatssecretaris kunnen hier niet duidelijk genoeg zijn.
NS heeft wel concurrentie: de auto. NS moet zijn uiterste best doen om meer reizigers naar zich toe te trekken. NS heeft dat nu goed begrepen en doet zijn best om samen te werken met de partners in de OV-keten. De partners moeten daar nog aan wennen. NS heeft een geloofwaardigheidsprobleem na het Fyra-debacle. Ook het gehannes met de OV-chipkaart heeft NS geen goed gedaan. Maar lag dat niet evenzeer aan het ontbreken van regie bij de overheid? De verleiding is groot om NS kort te houden met boetes of met het afpakken van spoorlijnen. Maar helpt dat? Worden de reizigers er beter van? Positieve prikkels hebben meer effect. NS is gevoelig voor kritiek zowel van reizigers als van de Tweede Kamer. Die gevoeligheid moet blijven. Dan komt het beter functioneren vanzelf.
Arriën Kruyt
5 oktober 2014