Skip to main content

Toekomstmogelijkheden voor het spoor

TreinenVandaag is het rapport ‘Kiezen voor een goed spoor’ verschenen, waarin een viertal toekomstmogelijkheden voor de inrichting van het spoor is uitgewerkt. Rover ziet met tevredenheid dat veel van onze input is meegenomen.

Het kabinet had de opdracht gegeven aan ABDTOP Consult om verschillende toekomstbeelden uit te werken van hoe het spoorvervoer in Nederland zou kunnen worden geordend. De scenario’s variëren van één staatsvervoerbedrijf dat zo veel mogelijk een eenheid vormt met ProRail tot een volledig vrije spoormarkt en diverse varianten daar tussenin. In het rapport worden voor- en nadelen onderzocht, het is straks aan het nieuwe kabinet om een richting in te slaan. Die richting zou waarschijnlijk in 2019 bepaald moeten worden, waarna de afloop van de NS-concessie in 2025 het begin van de toekomst markeert. In aanloop van het onderzoek presenteerde Rover eerder al een eigen toekomstvisie op het hele OV.

Meer of minder marktwerking?
Bij het doorgaan op de weg van decentraliseren en aanbesteden zijn er verschillende mogelijkheden:

  • Meer regionale treindiensten aan de rand van het netwerk
  • Een Randstadnetwerk, zoals in Toekomstbeeld 2040
  • Het binnenlandse vervoer over de HSL aanbesteed
  • Alle stoptreindiensten aanbesteed, "zoals voorgesteld door ROVER".

Bij scenario's met verregaande aanbesteding komt veel extra afstemming kijken. Ook moeten voor veel taken die nu bij NS zijn belegd andere oplossingen worden gevonden, met een grotere rol voor het Ministerie als uitvoerder of opdrachtgever. De stations moeten dan weg bij NS en bij voorkeur in één organisatie geplaatst, niet in private handen maar bijvoorbeeld bij ProRail of een zelfstandige organisatie met de Staat als aandeelhouder. Bij meer decentralisatie is ook meer afstemming tussen opdrachtgevers nodig om te voorkomen dat inconsistente eisen worden gesteld, waarbij concessies van anderen worden benadeeld.

Er wordt ook een optie onderzocht waarbij een nationale vervoerder het hoofdrailnet houdt en NS en ProRail dichter bij elkaar worden gebracht. Dit alles voor zover het is toegestaan door de Europese regels.

Adviezen
De onderzoekers zijn voorzichtig positief over de effecten van een grotere mate van aanbesteding, maar zij pleiten voor een stapsgewijze, lerende aanpak. Het gaat in Nederland niet zo slecht met het spoor dat het voor de hand ligt om de ordening op korte termijn radicaal om te gooien, concluderen zij in het rapport. Wanneer NS via onderhandse gunning het hoofdrailnet behoudt, zou NS beter niet meebieden op netwerkdelen waarop concurrentie geldt. Dit zou moeten worden vastgelegd in afspraken, een akkoord of als ‘terugvaloptie’. Het concreet uitwerken van zo’n terugvaloptie kan de nodige druk op de prestaties van een vervoerder zetten, nog zonder tot een daadwerkelijke aanbesteding over te gaan. Verder adviseren de onderzoekers als de NS-prestaties op de HSL in 2019 nog steeds achterblijven, te laten zien het de '3 strikes out' serieus te nemen door de HSL expliciet aan te wijzen als deel van de concessie dat NS kan verliezen.

Maatregelen korte termijn
Vóór 2019 kunnen volgens het rapport al diverse verbeterslagen worden gemaakt:

  • De regierol van het Ministerie kan worden versterkt
  • Bij een sectorbrede prestatiemonitor zouden betere vergelijkingen mogelijk zijn
  • Sturing, toezicht en handhaving in concessies kan worden verbeterd
  • De rol en positie van NS moet worden verhelderd
  • Het reisgemak kan beter mbv enkelvoudig in- en uitchecken en realtime reisinformatie
  • De ontwikkeling en de rol van branchevereniging OVNL kan ondersteuning gebruiken

Conclusie Rover
Er is duidelijk nota genomen van de input van Rover. De maatregelen voor de korte termijn zijn goed en daarmee kan al meteen worden begonnen. Een voorzichtige, lerende stap-voor-stapbenadering lijkt ook heel verstandig. Rover ziet het liefst een keuze voor hybride model met een onderhands gegund hoofdrailnet aan NS, waarbij wij een grote invloed van decentrale overheden op de Sprinternetten erg belangrijk vinden. Het samenwerkingsmodel van de Verkehrsverbünde als voorbeeld komt niet erg in beeld in het rapport, daar zou nadrukkelijker naar gekeken moeten worden. De terugvaloptie kan een manier zijn om NS meer te prikkelen om beter met stadsgewestelijke netten aan de gang te gaan. Een apart probleem dat een snelle oplossing vereist, is de aanhoudend slechte prestatie van NS op de HSL-Zuid. Het zou zonde zijn als er door noodzakelijk ingrijpen straks de samenhang van vervoer over de HSL en het hoofdrailnet verbroken wordt.