Knelpunten op het spoor
In het Nederlandse spoorwegnet komen op meerdere plaatsen de knelpunten aan het licht.
Tussen Arnhem en Doetinchem rijden momenteel vier treinen per uur. Het traject tussen Zevenaar en Doetinchem is enkelsporig. Een kleine verstoring en de vertragingen verspreiden zich als een olievlek. Er zijn te laat plannen gemaakt om het spoor te verdubbelen. Daar vlakbij ligt het korte stuk van Arnhem naar Arnhem Velperpoort. Daarover gaan per uur de vier treinen naar Zutphen, de vier treinen naar Doetinchem, de ICE naar Duitsland, goederentreinen en over een paar jaar een uurdienst naar het Roergebied. Ook het traject van Arnhem naar Elst raakt overbelast. Al deze ontwikkelingen waren jaren geleden al te voorzien. Maar pas als het te laat is geeft ProRail een overbelastverklaring af. Dat helpt niet. Investeringen zijn nodig.
Soortgelijke ontwikkelingen worden nu zichtbaar rond Amsterdam. Door de komst van de Hanzelijn rijden er meer treinen van Lelystad via Almere en Amsterdam – Zuid naar Schiphol. Het spoor zat al vol tussen Almere en Weesp. Almere zal verder groeien en dat maakt een spoorverdubbeling tussen Almere en Weesp noodzakelijk. De Amsterdamse Verkeerswethouder Wiebes stelt terecht dat Amsterdam alleen maar bereikbaar kan blijven als het OV toeneemt. Dat kan altijd door meer efficiency, maar investeringen zijn onontkoombaar. In de jaren dertig is de werkloosheid bestreden door de aanleg van het Amsterdamse bos. Nu kan de werkloosheid bestreden worden door de aanleg van een goede infrastructuur in het spoor.
Arriën Kruyt