Skip to main content

Hoe gaat het met de tienminutentrein?

Proef tienminutentrein kleinVanaf 10 december blijft de tienminutentrein tussen Amsterdam en Eindhoven een vaste gast op het spoor. De afgelopen maanden heeft NS de hoogfrequente Intercity iedere woensdag getest. Hoe is dit verlopen en wat staat ons nog te wachten?

Proef lijkt goed te verlopen
Voor veel Intercityreizigers is de woensdagdienstregeling een verbetering. De tussentijdse resultaten van ‘woensdag testdag’ zijn door NS geëvalueerd en zijn tot nu toe positief op alle aandachtspunten. Ook bij Rover zijn de waarnemingen voor Intercityreizigers overwegend positief. We hebben NS en ProRail gecomplimenteerd met de goede voorbereiding en uitvoering. Wel is al gebleken dat bij een beperking van het treinverkeer door een storing de Sprinters het meer gaan afleggen ten behoeve van de Intercity’s. Dat is een keuze van NS en ProRail om in zo’n geval toch zo veel mogelijk reizigers per trein te blijven vervoeren. Op ons aandringen passen de bedrijven hun bijsturingsmaatregelen bij storingen wel aan om Sprinterreizigers niet helemaal in de kou te laten staan. Dat blijkt inmiddels niet alleen hier, maar ook elders in het land wel te gebeuren ingeval van beperkt treinverkeer. Daarover staan nog kritische vragen van ons open bij NS.

Even wennen
Dat een Intercity tussen Eindhoven en Amsterdam gevolgen kan hebben op veel andere plekken in het land, hadden veel reizigers vooraf niet voorzien. Reizigers uit onder meer Alkmaar, Zaandam, Holendrecht en Utrecht lieten aan Rover weten verrast te zijn door de ontdekking dat sprinters opeens een paar minuten eerder vertrokken. De informatievoorziening bleek niet altijd op orde: “dankzij de site van Rover ben ik er achter gekomen waarom woensdag de treinen Zaandam -Amsterdam Arena opeens zo anders rijden. Ik heb met de NS hierover contact gehad maar die kwam niet verder dan iets met treinaansluitingen zonder dus de proef te noemen”, luidt één van de klachten. Na enkele weken nam dit soort klachten snel af, veel reizigers konden blijkbaar wel wennen aan de gewijzigde treintijden op woensdag.

Klachten
Toch blijven er nog steeds veel klachten bij Rover binnenkomen. Het gaat dan vooral om verloren aansluitingen, langere reistijd en volle treinen. Klachten hierover komen onder meer uit de kop van Noord-Holland, Geldermalsen, Brabant, Limburg en van sprinterreizigers in regio Utrecht. Zo klagen meerdere reizigers van en naar station Maarssen over een extra reistijd van een half uur wegens een aansluiting die net niet gehaald kan worden. “Omdat tijdens de test de intercity 5 minuten extra wacht in Eindhoven mis ik de aansluiting op Amsterdam-Amstel richting Amstelveen. Dit betekent 15 minuten later op mijn werk”, laat een reiziger aan Rover weten. Maar ook op het tienminutentraject kan het “spoorboekloos rijden” juist tot vertraging leiden: “Vandaag tot de conclusie gekomen dat als je bijv. 13:07 aankomt in ‘s-Hertogenbosch, de IC naar Maastricht 13:06 vertrekt”, meldt een reiziger. “Dat scheelt ruim een half uur reizen, gezien de volgende pas 13:36 vertrekt. Valt hier dan echt niet wat aan te doen?”

Gevolgen in 2018
De tienminutentrein is een blijvertje, maar hij veroorzaakt op andere plekken eromheen wel veel “schade” aan de dienstregeling. Een sprekend voorbeeld is de sprinterdienst tussen Amsterdam CS en Breukelen. Hier blijven vier sprinters per uur rijden, maar vlak achter elkaar met een tussentijd van 26 minuten. Eigenlijk wordt dit dus bijna een halfuursdienst. En zo zijn er meer verslechteringen die op het conto van de tienminutentrein komen. De treinreis Utrecht – Kesteren duurt straks bijvoorbeeld geen 51 minuten meer, maar 1 uur en 15 minuten door een slechte aansluiting in Tiel. Ook in Noord-Holland blijven er negatieve gevolgen door een slechtere spreiding van treinen over het uur, zoals langere reistijden. Als reactie op ons commentaar heeft NS tussen Enkhuizen en Amsterdam en tussen Alkmaar en Haarlem een paar ritten aan de extra spits-IC-diensten toegevoegd om hier de extra reistijd te beperken.

De juiste keuze?
Meer treinen per uur is op zichzelf een mooie ontwikkeling, maar het is niet de bedoeling dat die andere groepen reizigers te veel benadeelt. De puzzel is, binnen de mogelijkheden van de infrastructuur, te vaak niet goed passend te krijgen. En het zijn dan telkens de sprinterverbindingen die de sluitpost worden. De discussie over het ontwikkelen van dienstregelingen met zoveel nadelen is voor Rover dan ook niet klaar. Rover gaat met NS, ProRail en het Ministerie nog graag in gesprek over een betere manier om tot frequentieverhogingen op het spoor te komen. Daarbij willen we tevens dat de netwerken rond de grote steden meer centraal komen te staan. Hier zit immers het grootste deel van de mobiliteit, en Juist hier is het daarom belangrijk dat meer mensen gebruik gaan maken van de trein en minder van de auto.