Meer sporen nodig voor extra treinen Schiphol – Arnhem
Het inpassen van extra treinen tussen Utrecht en Arnhem leidt tot problemen. Rover en de andere consumentenorganisaties willen daarom onderzoek naar spooruitbreiding, stellen zij in een advies aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).
Tussen Schiphol en Arnhem moet in de nabije toekomst het aantal Intercity’s worden uitgebreid van 4 naar 6 per uur. Goed nieuws voor Intercity-reizigers, die dan met minder wachttijd te maken krijgen. Door gebrek aan ruimte op het spoor is deze nieuwe ‘tienminutentrein’ echter niet voor alle reizigers een vooruitgang.
Zo moeten sommige reizigers mogelijk vaker overstappen op Utrecht Centraal omdat in de voorgestelde dienstregeling Intercity’s uit Arnhem alleen nog maar naar Schiphol kunnen doorrijden in plaats van afwisselend naar Schiphol en Amsterdam Centraal. De Intercity’s uit Eindhoven kunnen dan alleen nog naar Amsterdam Centraal rijden en niet meer naar Schiphol. Ook reizigers op de stations Bunnik en Maarn zullen slechter af zijn: de 4 sprinters gaan slechter verspreid over het uur rijden waardoor de wachttijd kan oplopen tot 20 minuten.
Rover is blij met de komst van meer Intercity’s maar wil niet dat Sprinter-reizigers het kind van de rekening zijn. De meeste reizigers verplaatsen zich over korte afstanden. De maximale wachttijd zou daarom ook voor Sprinter reizigers niet langer dan een kwartier mogen zijn.
Rover en de andere consumentenorganisaties vragen daarom om aanvullend onderzoek. Zij hopen in de uiteindelijke dienstregeling een directe verbinding tussen Arnhem en Amsterdam en tussen Eindhoven en Schiphol te kunnen behouden. Tot slot willen de consumentenorganisaties een onderzoek naar kosten en opbrengsten van grootschalige spooruitbreiding. Als het spoor niet verder wordt uitgebreid op dit traject zullen er over een aantal jaar meer reizigers zijn dan met het aantal treinen kan worden vervoerd, waarschuwen zij.