Samenwerken in het OV

Het politieke klimaat is guur voor het OV. Er mag 130 kilometer per uur op de snelwegen worden gereden en het Rijkswegennet wordt in snel tempo verbreed. Op het OV wordt bezuinigd. De Auto- en asfaltlobby hebben goede zaken gedaan. Zelfs het milieubelang wordt ondergeschikt gemaakt aan het korte termijn eigen belang van het blij-dat-ik-rij-type. Ook Henk en Ingrid hebben belang bij een schoon milieu en een goed openbaar vervoer. Met de mond wordt dit wel beleden, maar in de praktijk wordt de automobilist door de landelijke politiek beter bediend dan de OV-reiziger.

Hierover klagen helpt niet. De OV-sector moet zich afvragen hoe dit komt. Waarom is er geen effectieve OV-lobby? Het antwoord is de versplintering en de concurrerende belangen. NS is in een concurrentieslag verwikkeld met de regionale vervoerbedrijven over het gebruik van het railnet. De RET, HTM en GVB voelen zich bedreigd door regionale busbedrijven die op de concessies jagen in de drie grote steden. De in de FMN samenwerkende bedrijven (Arriva, Veolia, Connexxion en Syntus) zijn ook elkaars concurrenten en lobbyen in Den Haag voor hun eigen belangen.

De regionale autoriteiten, die gaan over de concessies kijken niet verder dan de grenzen van hun eigen gebied. Opmerkelijk is dat als er samengewerkt wordt zoals in Groningen en Drenthe het onmiddellijk beter gaat met het OV. Maar landelijk samenwerken is er niet bij.

Er wordt alleen maar samengewerkt als het echt moet, zoals bij de OV-Chipkaart en van harte gaat het bij TLS ook niet.

Het wordt echt de hoogste tijd dat de OV-sector de handen ineen slaat en samen met Rover gaat strijden voor een goed OV. In het belang van de reiziger, in het belang van het milieu, in het belang van de economie.

Arriën Kruyt