Stations
De stations zijn er de afgelopen jaren enorm op vooruitgegaan. NS heeft dat gewoon goed gedaan. Vroeger kon je op een station slappe koffie krijgen en kleffe broodjes. In de stationsrestauraties was een narrige ober te vinden, die riep dat hij zou komen. Tegenwoordig vind je er Starbucks, AH- to-go, Julia’s en andere trendy bedrijven. Voor de vergaderaar is er een samenwerkingsverband met Seats-to-Meet en Regus. De inrichting en verlichting zien er beter uit dan voorheen en voor het vervolg van de treinreis is doorgaans een OV-fiets, taxi, bus of tram te vinden.
Het nieuwe is dat er op sommige stations ook treinen aankomen en vertrekken van andere bedrijven dan NS. Dat roept de vraag op of die andere bedrijven ook moeten gaan delen in de opbrengsten van de stations. Het antwoord in theorie is ja. Het antwoord in de praktijk is nee. NS- stations heeft alle investeringen gedaan en kan met recht en reden aanspraak maken op de opbrengsten. De nieuwe bedrijven missen de expertise en het kapitaal om grote stations succesvol te exploiteren.
Bij kleinere stations ligt dat anders. Het is raar dat bij voorbeeld het station in Lunteren van NS is terwijl er sinds jaar en dag een trein van Connexxion langs rijdt. Het monumentale station staat leeg. NS doet er niets aan omdat er niets te verdienen valt. Er is veel voor te zegen om deze kleine stations over te dragen aan de gemeenten. Gemeenten gaan langer mee dan een bedrijf dat voor een aantal jaren een vervoersconcessie verwerft. Gemeenten zien stations als toegangspoort tot hun gemeenten en hebben er alle belang bij dat “hun”station er goed uitziet.
Arriën Kruyt
Voorzitter Rover