Te veel overheden gaan over OV
De Tweede Kamer vroeg Rover om deel te nemen aan een Ronde Tafel Conferentie over het opheffen van stadsregio’s. Rover heeft daar geen standpunt over, maar Rover heeft wel een standpunt over de gevolgen voor het Openbaar Vervoer. Vandaar de volgende stellingen:
1. Rover heeft in het openbaar vervoer te maken met 19 aanbestedende overheden. De Minister gaat over het Hoofdnet van de Nederlandse Spoorwegen. De concessies voor het streekvervoer worden door decentrale overheden verleend na een aanbestedingsprocedure.
2. Het huidige systeem is te versnipperd en heeft de volgende nadelen:
- De decentrale overheden bouwen te weinig kennis op over het aanbesteden van OV;
- Bij buslijnen die de grens van het concessiegebied overschrijden gaat het vaak fout;
- Er ontstaan nodeloze competentiegeschillen tussen stadsregio’s en provincies;
- Slechte afstemming van tarieven, kortingen e.d.;
- Goed OV behoeft grensoverschrijdend denken.
3. Het meest succesvolle model is het OV bureau Groningen-Drenthe. De beide provincies bundelen hierin kennis en ervaring en er wordt ook nagedacht over een lange termijn visie op het OV. Gelderland en Overijssel overwegen een soortgelijke samenwerking. Rover vindt dit een positieve ontwikkeling. Idealiter ontstaan er nog meer bundelingen en zijn er in de toekomst 8 aanbestedende overheden in plaats van 19.
4. De kritiek uit de grote steden op de Provincies is dat provinciale besturen vaak meer aandacht hebben voor het platteland dan voor steden. Als het OV niet meer vanuit de stadsregio’s maar vanuit de Provincies worden aanbesteed, moeten de Provincies zich deze kritiek ter harte nemen.
5. Het is dringend gewenst dat de Provincies niet alleen maar concessies verlenen maar ook:
- lange termijn OV-beleid ontwikkelen;
- deskundigheid opbouwen in het aanbesteden van OV;
- tijdens de looptijd van de concessie de kwaliteit van het OV blijven volgen.
Arriën Kruyt