Vakantieblog: bereikbaarheid voorop
Zelfs de auto kost het moeite om de bergweggetjes te bedwingen die naar de top leiden van één van de grotere heuvels in het berglandschap van de Ardennen. Eenmaal aangekomen bestaat de beloning uit weidse vergezichten en dichtbegroeide bossen. En een eenzame doch comfortabele abri van de TEC. Een blik op de dienstregeling leert dat de eenzame bergtop op weekdagen driemaal per dag per bus wordt aangedaan. Enige bebouwing is hier niet te vinden, maar de avontuurlijke bergbeklimmer die op het juiste moment de top bereikt kan dus comfortabel met de bus weer verder reizen – of andersom, om het iets minder moeilijk te maken.
Het is niet de enige verrassende OV-plek in deze streek. In meerdere kleine gehuchtjes prijkt trots tussen een klein rijtje huizen en het dorpscafé een haltepaal van de TEC. Ook als OV-reiziger ben je hier welkom, zij het met een zorgvuldige planning op zak om de gaten in de dienstregeling te lijf te gaan. Bij sommige Waalse gehuchten die per bus zijn ontsloten steken onze eigen Veluwse dorpen, waar men afhankelijk is van flex- en belbussen, bijna af als een metropool.
Natuurlijk hangt er wel een prijskaartje aan de Belgische bereikbaarheid. Zo berekende ondernemer Roland Duchâtelet dit jaar dat ieder Belgisch gezin via subsidies €80 per maand betaalt aan het OV nog zonder er gebruik van te hebben gemaakt, terwijl de tarieven van De Lijn recent ook sterk zijn gestegen. Voor deze prijs rijdt niet altijd het meest luxe materieel rond, een OV-reis door België is niet te maken zonder minstens in één bus plaats te nemen waar een mens niet weet waar hij zijn benen moet laten. Hier zijn duidelijk prioriteiten gesteld: eerst maar eens zorgen dat iedere hoek van het land ook echt bereikbaar is.
Ons door marktwerking gekenmerkt OV-landschap biedt hiermee een schril contrast. Met sexy namen als R-Net en Volans rijden hier vrij veel hoogfrequente bussen, al dan niet voorzien van eigen rijbaan, met luxe extra’s als wifi en dynamische reisinformatie. Waar in België het OV een sociale voorziening is waar de maatschappij voor zorgt als dienst aan degenen die het nodig hebben, wordt in ons land een gevecht tussen commerciële bedrijven geleverd om de reiziger voor zich te winnen en geld te verdienen door serieuze concurrentie van de auto te zijn. Als je tenminste woont in het gebied waar veel reizigers te winnen zijn. Wie in een minder bevolkt gebied woont krijgt al heel snel te maken met bussen die vooraf gereserveerd moeten worden, binnenkort mogelijk helemaal zullen verdwijnen en met geluk vervangen worden door een ‘opstapper’-busje dat rijdt naar een iets drukker gebied waar nog wél OV voor handen is. Waar openbaar vervoer een commerciële in plaats van sociale voorziening wordt, treden binnen het land dit soort keiharde contrasten op waarbij het beste resultaat onvermijdelijk wordt behaald in de gebieden waar de meeste forensen zich bevinden. De vraag is: wat is nu het betere systeem? Het antwoord zal wel ergens in het midden liggen, maar is de komende jaren nog niet gevonden.
Sanne van Galen
Woordvoerder Rover