Den Haag Centraal: goed voor de reizigers?
Op 1 februari 2016 is het verbouwde station heropend. ProRail schrijft op de eigen website:
“Onder een glazen dak van twee voetbalvelden groot, komen nu alle soorten openbaar vervoer bij elkaar. Het nieuwe station is ruim, licht en overzichtelijk. Op verschillende verdiepingen van het station vinden de reizigers gemakkelijk aansluiting op het Haagse trein-, bus- en tramverkeer. ProRail werkt aan de grootste stationsvernieuwing sinds het bestaan van de spoorwegen. Het totaal vernieuwde Den Haag Centraal maakt hier deel van uit.”
ProRail vertelt niet dat de loopafstand naar de treinen langer is geworden. ProRail vertelt niet dat het heel moeilijk is om de juiste bus of tram te vinden. ProRail vertelt niet dat de succesvolle Randstadrail naar Rotterdam in de reisinformatie onder Lijn “E” is te vinden maar op het station de borden naar “M”verwijzen. NS verzorgt mooie lichtreclames op een binnengevel op een plaats waar een groot bord met reisinformatie thuis hoort. Iedereen zwijgt wijselijk over het busplatform dat vies en onoverzichtelijk is, maar wel voorzien is van een wachtgelegenheid. Die zit echter permanent op slot. De meeste trams stoppen niet vlakbij het station maar zijn met moeite te vinden op een tochtig en nat hoekje wat verder weg. Echt overzichtelijk allemaal.
De hal is inderdaad ruim, maar gelijktijdig zonder kraak of smaak. Het is er ongezellig en tochtig. De Wc’s en fietsenstalling zijn onvindbaar weggemoffeld onder trappen. Het voorplein is een desolate vlakte. De gevel heeft de kwaliteit van de befaamde Oost-Duitse Plattenbau met het verschil dat in Oost Duitsland dit soort gevels al lang opgeknapt zijn. Den Haag Centraal heeft nog steeds de uitstraling van een asperge achter een verwarming. Op één punt is de reiziger er beter van geworden: de Stationshuiskamer is gezellig.
Het nieuwe station heeft veel geld gekost, maar wat hebben de reizigers er aan? Waarom bestaat er een stationsbouwmeester? Wat doet zo iemand?
Arriën Kruyt
Voorzitter Rover