Skip to main content

Blog: buitendienststellingen

thumb Arrien treinDe Staatssecretaris verraste ons vorige week door plotseling een brief naar de Tweede Kamer te sturen waarin ProRail een vrijbrief krijgt om meer trajecten en stations door de week buiten dienst te stellen. Een besluit dat gebaseerd is op een accountantsrapport van PWC, waarin meerdere scenario’s staan om ProRail uit de financiële problemen te halen. Accountants hebben geen verstand van spoor en alleen van geld en daarmee is de zwakte van het rapport getypeerd. Het opvallende is dat er bij ProRail sprake is van onderuitputting. Er blijft geld op de plank liggen voor onderhoud. Dus moet er nu maar eens flink worden doorgepakt en het geld worden uitgegeven. Het verkooppraatje is gemakkelijk gemaakt: het spoor wordt robuuster. Of, zoals een woordvoerder van ProRail het met een geleende oneliner zei: “na het zuur komt het zoet”. Dat is onwaar of harder gezegd gewoon een leugen, omdat het aantal buitendienststellingen alleen maar is gestegen en zal blijven stijgen als de staatssecretaris en ProRail hun zin krijgen.

Vóór de opsplitsing van NS waren er nooit buitendienststellingen. De reiziger en de verladers gingen bij NS altijd voor. NS had eigen onderhoudspersoneel, dat besefte dat het om de reizigers en de goederen ging. ProRail daarentegen heeft geen eigen onderhoudspersoneel en is geheel afhankelijk van aannemers. Het is voor de aannemers makkelijker en goedkoper om overdag te werken dan in de nacht of in het weekend. En dat is de echte reden, waarom er meer buitendienststellingen komen.

Kan het anders? Natuurlijk! Als men wil, tenminste. Het nieuwe station Rotterdam Centraal is gebouwd zonder buitendienststellingen. In het buitenland wordt het onderhoud op het ene spoor uitgevoerd en rijdt het treinverkeer met lage snelheid over het andere spoor verder. In Nederland worden zelfs viersporige baanvakken compleet afgesloten. In België en Frankrijk zijn op veel plaatsen overloopwissels gemaakt om van het ene spoor naar het andere te kunnen rijden tijdens onderhoud. In die landen wordt vooruit gedacht. ProRail haalt dit soort wissels echter het liefst weg onder het mom van “robuust spoor”.

Als de Staatssecretaris meer grip wil op ProRail, moet zij het opnemen voor de reiziger en de verlader en zich niet als een verlengstuk opstellen van een ProRail, dat zichzelf heeft uitgeleverd aan de aannemers. Het effect van meer buitendienststellingen is dat de reiziger de auto neemt en de verlader de vrachtauto. Rijkswegen worden op werkdagen zelden afgesloten.

Geheel terzijde: er zou over de scenario’s van het PWC-rapport overleg worden gevoerd met belanghebbenden zoals NS en consumentenorganisaties. Dat wordt op deze manier zinloos. ProRail en I en M hebben al gekozen: vóór hun eigen gemak en tégen de reiziger en de verlader.

Arriën Kruyt
Voorzitter Rover