
Maak de trein aantrekkelijker: vliegbelasting alleen is niet genoeg
Het heeft weinig zin om de belasting op vliegtickets te verhogen als niet tegelijkertijd de internationale trein fors wordt verbeterd. Dat schrijft Rover aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in een reactie op een belastingvoorstel om vliegen te ontmoedigen.
Per 2027 wil het kabinet de belasting op vliegtickets fors verhogen. Dit geldt vooral voor vluchten over lange afstanden, met een hogere totale uitstoot. Met de vliegbelasting moeten de negatieve effecten van vliegverkeer zoals geluidshinder, fijnstof, uitstoot van CO2 en andere stoffen met een negatief effect op het klimaat worden verminderd. Volgens Rover kan het beste effect echter vooral worden gehaald met betere treinverbindingen.
Rover ziet vooral kansen voor de trein tussen Amsterdam en Londen. “Een goede treinverbinding betekent al snel minder vluchten op dit korte traject. De ruimte op het spoor is hiervoor gewoon aanwezig, dus waar wachten we op?” vraagt Rover-directeur Freek Bos zich af. Wat Rover betreft komen er naast Eurostar andere treinvervoerders op het traject en komen er tevens nieuwe directe verbindingen naar andere Engelse steden. Ook moeten er hoognodig meer treinen gaan rijden vanuit de Randstad richting het Ruhrgebied. Dit vraagt investeringen in het spoorwegnetwerk tussen Utrecht en de grens.
De trein zou bovendien altijd goedkoper moeten zijn dan het vliegtuig, vindt Rover. Op dit moment is een treinreis juist vaak duurder. Rover pleit daarom al langer voor verlaging van het BTW-tarief op treintickets en het opheffen van belastingvoordelen voor vliegtickets. Rover adviseert de opbrengst van de vliegbelasting direct in te zetten voor het beter en betaalbaarder maken van de internationale trein. “Zo is het niet alleen een belastingmaatregel maar maken we van de trein echt een winnend alternatief voor vliegen”, stelt Freek Bos.