Blog: een kwestie van gunnen
Onder deze titel werd een whitepaper gepresenteerd door de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN). Hierin pleit de FMN voor gedifferentieerdere vormen van aanbesteden en voor het vergroten van de flexibiliteit binnen bestaande concessies. Ook wordt in de paper gepleit om nieuw te verlenen concessies te gebruiken om vernieuwing aan te jagen en om de randvoorwaarden beter te benoemen. Daar is veel voor en weinig tegen. Toch staat of valt het voorstel van de FMN met de uitwerking en de nuancering ervan.
De wethouders van de vier grote steden G4 hebben onlangs met klem gepleit voor meer OV en fietsvoorzieningen om de grote steden bereikbaar en leefbaar te houden. Dat vereist investeringen in spoor-, metro- en tramlijnen én in materieel. Treinen, metro’s en trams hebben een levensduur van meer dan twintig jaar. Dan is het niet slim om concessieperioden te kort of te flexibel te maken, tenzij de overheden het materieel in eigendom nemen en verhuren aan het bedrijf dat de concessie wint. In het buitenland zijn net als in Nederland de railbedrijven in de grote steden doorgaans eigendom van de regionale of lokale overheid, ook vanwege de samenhang tussen railinfrastructuur en het materieel dat op de rails moet rijden.
Bij bussen ligt dat anders omdat die een veel kortere levensduur hebben. Daar is veel te zeggen voor de door de FMN bepleite aanpak. Maar ook hier dient per regio bekeken te worden wat echt slim is. Het OV-bureau Groningen-Drenthe heeft spectaculaire groeicijfers gerealiseerd door een strakke overheidsregie. In Limburg wordt erop gerekend dat Arriva als marktpartij hetzelfde zal bereiken. Uiteindelijk zijn reizigers het meest gebaat bij een goede samenwerking tussen overheden en bedrijven.
Arriën Kruyt,
Voorzitter Rover