Skip to main content

Gemengde gevoelens bij besluit verbouwing Amsterdamse stations

Rover is blij met het besluit om station Amsterdam Zuid uit te breiden met een derde perron. Die uitbreiding is hard nodig vanwege de sterke groei van het aantal reizigers en treinen via de Zuidas. In de plannen voor Amsterdam Centraal zien wij goede en slechte elementen. Van een zo kostbare en langdurige verbouwingsoperatie hadden wij graag een meer toekomstvast resultaat gezien, zoals wij eerder dit jaar bepleitten in ons Locov-advies.

Amsterdam Zuid
Al enkele jaren geleden, bij het voornemen om station Amsterdam Zuid te verbouwen – de derde grote verbouwing sinds de opening in 1978 – heeft Rover gepleit voor toevoeging van twee extra sporen en een derde perron. Dit zat aanvankelijk namelijk niet in de plannen. Wij zijn blij dat deze beslissing alsnog is genomen. Wel wordt de extra ‘lucht’ en ruimte voor groei die dit geeft vrijwel helemaal opgesoupeerd als alle internationale treinen over de HSL hier hun eindpunt krijgen. Bij die maatregel heeft Rover in het Locov-advies vraagtekens gezet, omdat de drijfveer niet uit de vervoersmarkt of reizigerswensen komt maar uit logistieke en financiële knelpunten: geen ruimte op de Westtak vanwege de plannen voor een ‘airportsprinter’ en geen geld voor handhaving van een tiende perronspoor op Amsterdam Centraal.

Amsterdam Centraal
Een dringend noodzakelijk onderdeel van de verbouwing van Amsterdam Centraal is de verbreding van de oosttunnel. De verbreding van smalle perrons en (rol)trappen is gezien de drukte eveneens gewenst, ook al gaat dit ten koste van de vier doorrijsporen. De verlenging van perrons aan oost- en westzijde zal leiden tot langere loopafstanden voor overstappers, omdat de (rol)trappen en liften blijven waar ze zijn. Dit is één van de redenen waarom Rover pleit voor een dienstregelingmodel met zo veel mogelijk doorgaande in plaats van kerende treindiensten op Amsterdam Centraal. De verbouwing wordt echter sterk gedomineerd door het denkmodel van het Project Hoogfrequent Spoor, waarin alleen een doorgaande corridor Zaanlijn-Utrecht voorkomt. De geplande herinrichting van het emplacement sluit de mogelijkheid af om in de toekomst doorgaande treinen te laten rijden tussen Haarlem/IJmond en Amsterdam Zuidoost. De vermindering van het aantal doorgaande perronsporen van 10 tot 9 beperkt de mogelijkheden nog verder. Rover zou het verstandiger hebben gevonden om een dergelijke beslissing te nemen op basis van een verder dan 2030 reikende toekomstvisie. Daaraan wordt in Noord-Holland en Flevoland op dit moment nog gewerkt.

Airportsprinter
Rover ziet graag een beter ontwikkeld Sprinternetwerk rond Amsterdam, met hogere frequenties en minder lang stilstaan op de stations, zoals bij de metro. Een ‘airportsprinter’, waarnaar nu een haalbaarheidsonderzoek wordt gestart, kan daar een goede aanzet toe zijn. Het zou echter niet bij een geïsoleerd lijntje moeten blijven. Dit blijft onze insteek voor de visie op het OV Toekomstbeeld 2040 in de Amsterdamse regio, die momenteel in ontwikkeling is.

Infrastructuur, Politiek en lobby, Stations en haltes, Amsterdam, Advies