"Hef pendeltrein Roosendaal - Antwerpen niet op!"
Reizigersorganisaties TreinTramBus, Rover en actiegroep Beneluxpendelaar doen een dringende oproep aan de Nederlandse en Belgische spoorwegen om ook na 11 maart de pendeltreinen tussen Roosendaal en Antwerpen te handhaven. De spoorwegen zijn van plan deze pendeltreinen op te heffen, waardoor er weer minder treinen tussen Nederland en België rijden en reizigers bovendien met de eerste Intercity niet op tijd op hun werk zijn.
De Intercity tussen Den Haag en Brussel, de vervanger voor de uit dienst genomen hogesnelheidstrein Fyra, rijdt vanaf komende maandag één keer per twee uur. Tegelijkertijd worden de snelle pendeltreinen tussen Roosendaal en Antwerpen opgeheven. Voor reizigers tussen Roosendaal en Antwerpen gaat het aantal snelle verbindingen achteruit van tien naar acht. Daarbij komt de eerste Intercity uit Nederland pas iets na 9:00 uur aan in Antwerpen, dat is veel te laat voor mensen die wonen in Nederland en werken in België.
Reizigster Karen Devriese, die pendelt tussen Dordrecht en Antwerpen, vertelt: “Om naar mijn werk te gaan nam ik eerst de trein naar Roosendaal, om daar over te stappen op de eerste directe trein naar Antwerpen. Die kwam in Antwerpen aan rond 8:20 uur: mooi op tijd. Maar die trein is nu opgeheven. De eerste Intercity komt pas iets na 9:00 uur aan in Antwerpen: veel te laat. Ik ben nu veroordeeld tot een trage stoptrein, waarvoor ik nog eerder mijn bed uit moet.”
Rover, TreinTramBus en Beneluxpendelaar hebben de NS en NMBS in een open brief opgeroepen zo snel mogelijk een uurdienst tussen Amsterdam en Brussel te realiseren, maar tot die tijd de snelle pendeltreinen tussen Roosendaal en Antwerpen te handhaven.
Jeroen Henstra, initiatiefnemer van de actiegroep Beneluxpendelaar: “Tot en met vorig jaar reed er elk uur een trein tussen Amsterdam en Brussel, ook ’s ochtends vroeg. De miljardeninvesteringen in het Fyra-project hadden het treinverkeer tussen Nederland en België moeten verbeteren. Wij vinden het onaanvaardbaar dat het falen van dit project juist tot een langdurige verslechtering van de dienstverlening leidt.”