Blog: de spits is het probleem van ons allemaal
Dit stuk verscheen vrijdag 9 november als opniestuk in De Telegraaf.
Vanaf volgend jaar kunnen er langere treinen rijden tussen Nijmegen en Schiphol, heeft Staatssecretaris Van Veldhoven bekend gemaakt. Goed nieuws voor reizigers op dit traject. Voor andere forensen is er helaas nog geen oplossing bekend en de spits wordt alleen maar drukker.
Rover heeft al een aantal jaar het meldpunt Volle Treinen. Treinen tussen Nijmegen en Utrecht staan vrijwel altijd in de maandelijkse top 10 van het meldpunt. De Intercity tussen Utrecht en Nijmegen heeft zelfs de twijfelachtige eer om lijst aan te voeren. De aangekondigde 200 extra zitplaatsen in deze trein zijn dus zeer welkom. Daarnaast ziet Rover iedere maand duizenden meldingen binnenkomen over overvolle treinen. De tijd dat dit vooral een probleem in de Randstad is, lijkt voorgoed voorbij: ook het Brabant en het Oosten van het land is het dagelijks raak. Hoe worden al deze reizigers verlost van het tekort aan zitplaatsen?
In de spits zijn er veel studenten onderweg naar colleges. De Radboud Universiteit en de Hogeschool Nijmegen hadden tot september dezelfde aanvangstijden. Doordat de universiteit nu een kwartier later begint en de hogeschool juist 15 minuten eerder, is de spitsdrukte op deze plek met 20% afgenomen. Bestuurders van andere onderwijsinstellingen kunnen niet wegkijken voor deze resultaten. Een bestuurder die zegt dat de drukke spits niet een onderwijsprobleem is, vergeet één van de belangrijkste onderwijstaken: anders naar (maatschappelijke) problemen en oplossingen kijken. Het schuiven van een collegetijd is een kleine maatregel met een groot positief gevolg, hoe kan iemand hier op tegen zijn?
Tweeënhalf jaar geleden schreven adviseurs van het ministerie van Infrastructuur en Milieu dit ook al in een rapport. Daarbij werd ook gewezen op het reisgedrag van rijksambtenaren: maar liefst een kwart van de reizigers in de spitstrein naar Den Haag Centraal is werkzaam bij de Rijksoverheid. Als al deze ambtenaren wat later op weg gaan, komt er in één keer 130 zitplaatsen vrij in één enkele spitstrein. Hoog tijd dus voor de staatssecretaris om haar collega-bewindspersonen aan te spreken en het goede voorbeeld te geven.
Ook reizigers moeten zich spreiden over meer treinen. Dat kan pas als er meer treinen rijden. Snelle extra intercity’s tussen Groningen of Maastricht en de Randstad kunnen zorgen dat in de reguliere intercity’s meer stoelen vrijkomen. Maar ook Sprinters verdienen meer aandacht, want de gemiddelde woon-werkafstand is ongeveer 35 kilometer. Sprinters zijn ideaal voor deze afstand. NS zou daarom snel meer sprinters moeten rijden, bijvoorbeeld van en naar Utrecht. Op hoge frequentie en zonder spoorboekje, als een grootstedelijke metro.
Staan in de spits hoort erbij, roept NS altijd. Hier speelt NS op in met wandkussens zodat mensen staand kunnen zitten, het zogenaamde “stitten”. Stitplaatsen scoren veel beter bij de reiziger als staanplaatsen. In de regionale treinen van Arriva en Connexxion ontbreken dit soort innovaties nog, terwijl ook deze regionale treinen vaak opduiken bij ons meldpunt. Kortom, ook met een paar kleine maatregelen kunnen snel meer reizigers comfortabel vervoerd worden. Maar voor de grote oplossingen zijn universiteiten, hogescholen, ministeries en vervoerders aan zet. De spits is een probleem dat we alleen samen oplossen.
Freek Bos,
Directeur Rover