Skip to main content

Centraal of decentraal? Regie in het OV

thumb Franc_van_der_Steen_voert_namens_staatssecretaris_Mansveld_het_woordReizen met meerdere chipkaarten omdat diverse regionale producten elkaar “bijten”, meer betalen omdat je bij iedere vervoerder een apart abonnement moet kopen, een treinreis onderbreken en dan verplicht moeten in- en uitchecken, van het kastje naar de muur gestuurd worden omdat OV-bedrijven naar elkaar verwijzen... het is helaas dagelijkse realiteit in de huidige versnipperde OV-wereld. Vrijdag 8 februari kwamen OV-professionals, bestuurders en reizigers bij elkaar om te discussiëren over deze versnippering tijdens het Rover-symposium ‘Regie in het openbaar vervoer’. Regie is nodig omdat goede samenwerking tussen OV-bedrijven nog altijd op zich laat wachten. Maar moet deze regie vanuit de centrale of decentrale hoek komen?

Franc van der Steen voerde het woord namens staatssecretaris Mansveld en gaf de indruk het probleem van versnippering niet zo urgent te vinden. Er is nu eenmaal gekozen voor decentralisatie en dus het is logisch dat iedereen zich vooral druk maakt om de eigen concessie. Samenwerking komt nog wel van de grond, maar dit duurt een paar jaar. Andere aanwezigen zagen wel een groter probleem en zagen dit vooral in het beleid van de overheid: decentralisatie en marktwerking (het systeem van concessies) zijn de boosdoeners. Men wil wel samenwerken, maar komt teveel obstakels tegen.

Dat het ook anders kan, bewijzen voorbeelden uit het buitenland, aldus Rover-voorzitter Arriën Kruyt. Denk bijvoorbeeld aan Berlijn, Zwitserland en Londen. Daar hebben reizigers te maken met meer vervoerders dan in Nederland, maar het verschil is dat je er daar als reiziger geen last van hebt.

Volle zaal“Er moet één basistarief komen in het OV, ons land is te klein voor 10 verschillende tariefsoorten.” Deze gevleugelde uitspraak van RET-directeur Pedro Peters laat zien dat ook vervoerders zich kunnen ergeren aan versnippering. Maar het denken vanuit de reiziger heeft plaatsgemaakt voor een aanbodgestuurde manier van werken: vervoerders zetten allemaal hun eigen systeem in elkaar en laten zich sturen door zaken als concurrentie, opbrengstverantwoordelijkheid en winst. Toch is de wens tot een betere samenwerking wel aanwezig. Veel vervoerders schoven dan ook onmiddellijk aan bij het initiatief van Rover om tot een gezamenlijk manifest te komen met verbeteringen voor de reiziger.

Gebrekkige samenwerking is niet het enige probleem symptoom van gebrek aan regie. Een goed voorbeeld is de tariefexplosie waar o.a. Arriva-reizigers in Zuid-Holland mee te maken krijgen. De provincie eist inmiddels een snelle oplossing of herintroductie van de oude sterabonnementen. Maar waar was de provincie toen deze abonnementen werden afgeschaft? De tariefexplosie komt toch niet zomaar uit de lucht vallen?

In alle regio’s hebben consumenten inspraak in het plaatselijk beleid via de Rocovs: regionale consumentenoverleggen. Helaas is een advies uitbrengen het enige dat deze Rocovs mogen doen en decentrale overheden mogen dit aan de laars lappen. De voorzitter van Rocov Fryslân trok dan ook tijdens het symposium aan de alarmbel: wat betekent reizigersinspraak nog als men alleen nog voor de vorm advies komt vragen? Van plaatselijke tariefstijgingen tot het afschaffen van de Beneluxtrein: vele problemen werden door de consumentenorganisaties voorzien.

Regie is dus hard nodig, maar moet dit landelijke of decentrale regie zijn? Wat Rover betreft beide. Groningen weet veel beter dan Den Haag waar in Groningen behoefte aan is en dus biedt decentralisatie kansen. Maar er moet worden ingegrepen als decentrale overheden zich alleen door de prijs laten leiden – en geen oog hebben voor bijvoorbeeld grensoverschrijdende reizigers - en vervoerders geen pogingen doen tot samenwerken. Daarvoor is een landelijke OV-autoriteit onmisbaar. Een waakhond van de kwaliteit van het openbaar vervoer, die zou mogen ingrijpen als er geen goed product dreigt te worden neergezet. Dat zou de reiziger(sorganisaties) veel meer macht geven dan het huidige inspraakrecht. Precies zoals de Commissie Meijdam halverwege 2011 aan de Kamer adviseerde. Maar hoelang moeten wij hier nog op wachten?