Rover-kantoor met vakantie: Düsseldorf
Ook de medewerkers van het Rover-kantoor gaan in de zomermaanden op vakantie, uiteraard met het openbaar vervoer. Komende weken hun ervaringen met het buitenlands OV.
Ik ging voor mijn vakantie een aantal dagen naar verschillende steden. Voor een bezoekje aan een paar Duitse pretparken verbleef ik een paar dagen in Düsseldorf, een goed uitvalspunt om met de trein verder te reizen. Wie regelmatig in Duitsland reist, zal snel genoeg zijn weg vinden op het spoor. En wellicht ook gebruik weten te maken van de vele kortingsregelingen (zie hiervoor ook onze buitenlandinformatie). De argeloze reiziger die zich zonder voorbereiding op een kaartautomaat op een Duits station stort, kan voor een onaangename verrassing komen te staan. Duitsland kent ontzettend veel treinsoorten en daarbij horen verschillende tarieven. Was je van plan te reizen met de RB, RE, IRE, S of ICE? En moet je hiervoor DB-tarief of toch Verbundtarif betalen? Een goede voorbereiding loont de moeite!
De kaartautomaat heeft ook zijn positieve kanten, vooral het feit dat je kunt betalen met creditcard of papiergeld. Observeer eens een flinke rij reizigers op Schiphol en je zult zien dat dit functies zijn die in Nederland hard gemist worden. Ook kun je bij iedere automaat gewoon een reisadvies opvragen en zelfs uitprinten. Ook op andere punten is de informatievoorziening goed: zo hebben treinen hun eigen vaste lijnnumer, dit vind je ook op de informatieschermen en in de reisplanner. Op de vaste vertrekperrons is informatie te vinden over samenstelling van de trein: hoe lang is hij, waar bevindt zich de 1e klas, etc. Hierbij doet zich een wonderlijk verschijnsel voor: reizigers gaan zich namelijk vanzelf spreiden over de hele lengte van de trein! Zou het kunnen dat NS er naast zit met de veronderstelling dat reizigers kuddedieren zijn die zich allemaal zonder nadenken door dezelfde treindeur proberen te wringen? Dat reizigers zich in Nederland misschien regelmatig slecht spreiden omdat hier geen informatie te vinden is over de treinsamenstelling, waardoor zichzelf spreidende reizigers altijd het risico lopen achter een veel te korte trein aan te moeten rennen?
Er wordt mij wel eens gezegd dat ik een magneet ben voor storingen op het spoor, dit overkomt mij dan ook in het buitenland regelmatig. Deze keer was het raak op het Hauptbahnhof van Keulen. Van die goede informatievoorziening bleef meteen helemaal niets meer over, geen typisch Hollands probleem dus. Wat er aan de hand was werd nooit bekend gemaakt, maar het was duidelijk dat er “iets” mis was. Aangekondigde treinen werden van de informatieschermen geveegd en doodgezwegen alsof zij nooit hadden bestaan, andere treinen kwamen met grote vertragingen binnen op gewijzigde vertreksporen. Verdwaalde Duitse reizigers kwamen zelfs mij vragen of ik wist waar ze heen moesten, want medewerkers waren er ook niet te zien. Mijn eigen trein kwam slechts 10 minuten te laat aan op een gewijzigd spoor. Toen iedereen eenmaal zat, bleef de trein nog een eeuwigheid met gesloten deuren staan zonder dat er werd omgeroepen of hij nog zou gaan rijden en zo ja, wanneer. Na nog eens 35 minuten zette hij zich uiteindelijk puffend in beweging, opgeluchte blikken alom. Overigens heb ik die hele tijd tevergeefs gewacht op de eerste klagende reizigers, zou dit wel typisch Hollands zijn?
Tijdens zo’n verstoring en het bijbehorende warrige verkeersbeeld is wel meteen duidelijk waarom vaste lijnnummers zo ontzettend handig zijn. Op een moment dat vertrektijd en –spoor van je trein niet duidelijk meer zijn, geeft het wel de nodige zekerheid om te weten dat je op zoek bent naar lijn 5. Dat is ook één van de redenen dat Rover al eerder aan NS heeft aangegeven dat lijnnummers handig zouden zijn in de reizigerscommunicatie. En helemaal niet zo moeilijk in te voeren, want stiekem hebben treinen gewoon al een nummer. Crisiscommunicatie kan tenslotte niet duidelijk genoeg zijn, dat geldt voor elk spoor in ieder land.
Sanne van Galen, woordvoerder