Bezwaar Rover-Amsterdam tegen “molenwiek” Leidseplein
Rover-Amsterdam ziet niets in de komst van het model “molenwiek”, waarbij in elke windrichting één tramhalte komt te staan, voor het Leidseplein. Dit schrijft de Rover-afdeling in een brief aan gemeente Amsterdam. Rover heeft vooral bezwaar tegen de lange loopafstanden die zo voor reizigers ontstaan.
Met de komst van de Noord-Zuidlijn en daarbij de verwachting tot nog onbekende aanpassingen in het tramnet worden binnen Stadsregio Amsterdam plannen gemaakt voor herinrichting van het Leidseplein. Het plan houdt in dat er geen dagbussen meer in de buurt van het Leidseplein komen; zij zullen over de Stadshouderskade moeten gaan rijden. De trams zullen halteren volgens het “molenwiek”-model: bij één tramhalte per windrichting (een halte voor de Balie, bij het terrassenplein, in de Marnixstraat en op de Leidsebrug).
Rover Regio Amsterdam vindt de molenwiek een reizigersonvriendelijk plan dat de passagiers dwingt lange stukken te lopen bij het overstappen maar ook bij in- of uitstappen. Reizigers zijn daardoor meer reistijd kwijt. “Het is opvallend dat daar waar de Stadsregio en GVB voor langere halteafstanden zijn om de passagiers sneller te vervoeren en een korter reistijd te bieden juist op dit knooppunt wordt gekozen voor een forse wandeling tussen de verschillende lijnen”, schrijft de Rover-afdeling aan de gemeente.
Ook leven er bij de Stadsregio Amsterdam ideeën om eventueel lijn 5 te verleggen via de Marnixstraat en de Rozengracht. Rover-Amsterdam wijst de gemeente erop dat dit idee met geen enkele vervoerswaarde kan worden onderbouwd: de huidige route van lijn 5 is juist zeer in trek en het alternatief biedt geen tijdwinst.