Visie op nieuwe betaalmethoden in het OV
Het wordt in de toekomst mogelijk om in het openbaar vervoer te reizen met een bankpas of smartphone. Dat schrijft het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad (NOVB) in een visie op OV-betalen. Het NOVB is een samenwerkingsverband dat bestaat uit vervoerders, overheden, consumentenorganisaties als Rover en Translink. De komende jaren worden pilots uitgevoerd waarin de nieuwe betaaltechnieken worden geïntroduceerd.
Om deze innovaties te realiseren richten alle OV-bedrijven een coöperatie op. Door het lidmaatschap van de coöperatie zijn alle vervoerders gezamenlijk eigenaar van Translink, de producent van de OV-chipkaart. Translink is verheugd dat met de oprichting van de coöperatie alle vervoerders nu eigenaar zijn van Translink. Arco Groothedde, directeur Translink: “Ik ben blij dat iedereen meedoet, dat maakt het veel makkelijker gezamenlijk oplossingen voor reizigers te realiseren”.
De OV-chipkaart blijft bestaan, het NOVB blijft naar mogelijkheden zoeken om het gebruik van de kaart te verbeteren. Bijvoorbeeld door de mogelijkheid van reizen op rekening (in plaats van vooraf betalen) uit te breiden. Ook wordt een pilot voorbereid waarbij treinreizigers niet meer tussentijds hoeven uit- en in te checken bij overstap naar een andere treinvervoerder.
‘Elke reiziger krijgt de mogelijkheid zijn eigen betaalmethode te kiezen, betaalmethodes dienen aan te sluiten op deze individuele voorkeuren, stellen de vervoerders. Een papieren treinkaartje met korting (of zonder toeslag) blijkt echter helaas nog steeds niet binnen het spectrum te passen. Wel krijgt de reiziger flink meer de keuze met het grotere aanbod van betaalmethoden. Ook blijft de één-loket-gedachte behouden.
Consumentenorganisaties worden nauw betrokken bij de uitwerking van de plannen. Arriën Kruyt, voorzitter Rover: “Consumentenorganisaties zitten aan tafel en wij zullen ons inzetten om nieuwe betaalmethodes echt klantvriendelijk in te voeren. Dit was een paar jaar geleden ondenkbaar en laat zien dat we steeds beter samenwerken in het OV.”