Consumentenorganisaties vragen om masterplan Amsterdams OV
Er moet meer samenhang komen tussen de verschillende OV-projecten die in regio Amsterdam op de planning staan. Ook moeten er hogere eisen worden gesteld aan de toekomstvastheid van de verschillende plannen. Dat stelt Reizigersvereniging Rover samen met landelijke en regionale consumentenorganisaties in een advies aan regionale overheden en het kabinet.
In regio Amsterdam, inclusief Schiphol, Zaandam, Haarlem en Weesp, is een groot aantal infrastructuurprojecten voor het openbaar vervoer gepland. Consumentenorganisaties missen echter een goede afstemming en constateren dat reizigersgroei te laag wordt ingeschat waardoor de plannen niet voldoende toekomstvast zijn. Reden voor de consumentenorganisaties in het Locov, de Reizigers Advies Raad, het Rocov Flevoland en Rocov Noord-Holland om de alarmklok te luiden en te vragen om een masterplan.
De consumentenorganisaties doen zelf een voorzet voor het benodigde plan. Naast uitbreidingen in het bus-, tram- en metronetwerk pleiten de organisaties voor het versnellen van de bouw van het derde perron op station Amsterdam Zuid en het aanpassen van de verbouwingsplannen van station Amsterdam Centraal met een tiende perronspoor. Er moet worden geïnvesteerd in verbindingen met Almere en Haarlem, bijvoorbeeld in de vorm van lightrail. Daarnaast moet er snel worden gekozen voor doortrekking van de Noord-Zuidlijn naar Schiphol en Hoofddorp en het sluiten van de metroring tussen Sloterdijk en CS. Zo krijgt het spoor meer ruimte voor internationale treinen als vervanging van het luchtverkeer op kortere afstanden.
“Het realiseren van de benodigde infrastructuur kost veel tijd. Voortgang nu is belangrijk om te voorkomen dat het openbaar vervoer rond Amsterdam later vastloopt”, stelt Rover-directeur Freek Bos. “Gezien de woningbouwplannen rond Amsterdam is het een kwestie van tijd voordat de snelle reizigersgroei van voor de coronacrisis zich hervat. Hoog tijd dus voor een toekomstvast plan, dat voor lange tijd antwoord biedt op de vraagstukken van klimaat en leefbaarheid”.